Artikel 24
Het door het hoofd van dienst samengestelde verslag van de werkzaamheden
van het streekarchivariaat over het afgelopen jaar wordt door het dage
lijks bestuur voor 1 juni aan de streekarchiefcommissie ter vaststelling
pangeboden» Binnen 1 maand na de vaststelling wordt het verslag toegezon
den aan de raden en aan de colleges van burgemeester en wethouders van
de deelnemende gemeenten en aan Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant»
Artikel 25
1» Uittreding van een gemeente vindt niet eerder plaats dan met ingang van
1 januari van het jaar, volgende op de datum van bekendmaking van het
daartoe strekkend besluit in de Nederlandse Staatscourant»
2. De streekarchiefcommissie regelt, onder goedkeuring van Gedeputeerde
Staten van Noord-Brabant, de gevolgen van de uittreding»
3» Onverminderd het in het vorige lid bepaalde is een uittredende gemeen
te gehouden na uittreding bij te dragen in het nadelig saldo, bedoeld
in artikel 21, 1e lid, en wel in het 1e jaar na uittreding het volle
aandeel, in het 2e jaar na uittreding 75 procent van het aandeel, in
het 3e jaar na uittreding 5° procent van het aandeel en in het 4e jaar
volgende op de uittreding 25 procent van het aandeel dat verschuldigd
zou zijn geweest indien die gemeente niet was uitgetreden»
4» Van een ontvangen besluit tot uittreding wordt ten spoedigste kennis
gegeven aan de overige deelnemende gemeenten»
5. Ten aanzien van geschillen met betrekking tot de regeling der gevolgen
van uittreding vindt artikel 7 van de Wet gemeenschappelijke regelingen
toepassing»
Artikel 26
1. Deze regeling kan worden gewijzigd op de manier waarop zij tot stand is
gekomen»
2. Opheffing van deze regeling kan slechts geschieden, indien de organen
van tweederde van de aa.n de regeling deelnemende gemeenten daartoe be
sluiten»
3» Ingeval van opheffing regelt de streekarchiefcommissie onder goedkeuring
van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant de liquidatie»
4» Zo nodig blijven de streekarchiefcommissie en het dagelijks bestuur
fungeren totdat de liquidatie is voltooid»
Artikel 27
1» Voor het toetreden van andere gemeenten tot deze regeling wordt vereist
een besluit van de raad en het college van burgemeester en wethouders
van die gemeenten»
2. Het in het eerste lid bedoelde besluit behoeft de instemming van de
streekarchiefcommissie» Alvorens terzake
een beslissing te nemen wint de streekarchiefcommissie het gevoelen in
van de kaden en de Colleges van burgemeester en wethouders van de aan
deze regeling deelnemende gemeenten» Indien een of meer van deze or
ganen bezwaren heeft tegen de toetreding, dan behoeft de instemming
van de streekarchiefcommissie een meerderheid van 2/3 van het aantal
geldig uitgebrachte stemmen.
3* Een toegetreden gemeente kan van de diensten van het streekarchivariaat
niet eerder dan in het nieuwe begrotingsjaar gebruikmaken»
4. De streekarchiefcommissie is bevoegd van het bepaalde in het derde lid
af te wijken.