3
Hij zegt het niet juist te vinden dat er gemakshalve 2 gescheiden zaken aan elkaar
gekoppeld worden n.l. dat de raad in zijn vergadering van 30 januari 1973 ten aanzien
van de vaststelling van de grondprijs een zeer uitdrukkelijk voorbehoud heeft gemaakt
en de eis van het actiecomité, dat de bereidverklaring wordt gewijzigd in een voorstel
van het college aan de gemeenteraad.
Blijkens de notulen van 30 januari 1973 wordt er in die vergadering besloten tot vast
stelling van het ontwerpbestemmingsplan "Gouwen Oost" en vindt er stemming plaats over
de vaststelling van de bij dit bestemmingsplan behorende kostprijsopzetDat laatste is
essentiëel want daarin zijn de prijzen van 32,en 34,genoemd. Vóór dat besluit
stemden 7 leden en 2 t.w. de heren Schreinemachers en Esser stemden tegen. De heer
Esser wilde inzake aankoop en prijs de zaak nog eens bespreken en de heer Schreinemachers
pleitte voor een soort eenheidsprijs.
De cirkel is op 30 januari 1973 gesloten want toen is met meerderheid van stemmen
besloten de prijzen van 32,en 34,aan te houden,niet geclausuleerd en niet
geïndexeerd. Er is geen mededeling aan betrokkenen gedaan en dat dat zou kunnen gaan
gebeuren
Hij zegt tot geen andere conclusie te kunnen komen dan dat het aktiecomité en betrokkenen
zich nogal redelijk militant hebben opgesteld. Maar niets wijst erop dat de gemeente op
dit moment het recht zou hebben de prijzen van f 32,en 34,te indexeren. Hij
vindt dat het gemeentebestuur zowel zakelijk als moreel verplicht is deze prijzen te
handhaven
De voorzitter merkt op dat het besluit van 30 januari 1973 een besluit was tot vast
stelling van de grondprijzen in de "Gouwen Oost".Voor de achterliggende percelen was dat
45,en voor de stroken 32,
Dit besluit stemt niet overeen met de vermeende toezegging, want daar wordt heel uit
drukkelijk gesproken over prijzen zoals die destijds voor betrokkenen berekend zijn, i.c
32,— en 34,
Raadslid Joosen zegt dat het voorstel, oppervlakkig gelezen, alleszins redelijk lijkt.
Naïndexering en prijsverhogingen in verband met de geldontwaarding zijn normale be
grippen geworden. Voor degenen die de achtergrond kennen t.a.v. de verkoop van de
betreffende grond ligt dat anders. Voor de betrokkenen is het een trieste zaak. Zij zien
in dit voorstel een uitholling van het begrip rechtszekerheid,een begrip, waarop ieder
een in deze samenleving zou moeten kunnen bouwen bij beslissingen van overheidsinstan
ties. Hij zegt na het bestuderen van de bezwaarschriften hun mening te delen als
a. wordt aangevoerd dat hier op onredelijke en onbillijke en wellicht onrechtmatige
wijze een meerderheidsbesluit van de raad niet wordt geëerbiedigd en ten uitvoer
wordt gelegd;
b. wordt gesteld dat dit raadsbesluit ten grondslag lag bij de besluitvorming van de
Raad van State t.a.v. de bezwaarschriften tegen het bestemmingsplan "Gouwen Oost" en
zodanig door het college als zwaarwegend argument naar voren is gebracht;
c. betrokkenen de dupe moeten worden van een in 1973 slecht voorbereid raadsbesluit.