8
Spreker constateert dat er in 1973 een min of meer ongelukkig geformuleerd raadsbesluit
is genomen. Hij meent dat, als dat geconstateerd wordt, daar iets aan gedaan moet
worden. Men moet zich er niet achter verschuilen.
Raadslid de Jong blijft erbij dat het om een goedgekeurd raadsbesluit gaat. Het is nu
een harde zaak voor de gemeente, dat er geen indexeringsclausule is opgenomen. Daar kan
men nu echter niet meer aan tornen.
Raadslid Schreinemachers zegt het niet eens te zijn met raadslid de Jong.
Er is destijds uitdrukkelijk gezegd dat de grondprijs opnieuw bekeken zou worden en daar
behoeft geen indexerings clausule voor opgenomen te worden.
Heel duidelijk komt de intentie eruit om de grondprijzen, wanneer dat aan de orde zou
komen, opnieuw te bekijken. Dat is inmiddels gebeurd en hij vindt dat het voorstel alles
zins reëel blijft.
Spreker zegt, met verwijzing naar een brief van de heer Kam, dat hij daar niet helemaal
uitkomt omdat het daarin naar zijn mening over een ander stuk grond gaat dan wat nu in
de raad aan de orde is. Het is voor de besluitvorming van belang, dat hierover duidelijk
heid bestaat.
pe voorzitter antwoordt dat het nu uitsluitend gaat om de achter de woningen gelegen
stroken. In de brief van de heer Kam wordt gedoeld op een zijperceel maar dat is buiten
deze discussie gehouden.
Het college is ervan overtuigd dat ook uit de notulen blijkt dat er op 30 januari 1973
een zeer uitdrukkelijk voorbehoud is gemaakt t.a.v. de vaststelling van de grondprijs.
Deze zaak is in het openbaar aan de orde geweest. In de brief van 29 januari 1973 zegt
het actiecomité dat een bereidverklaring niet voldoende is. Men probeert nu het college
te binden op een uitspraak die toen niet voldoende was.
Hij zegt dat het geclausuleerde besluit van destijds zeer uitdrukkelijk de ruimte biedt
aan de raad om thans opnieuw te besluiten t.a.v. de grondprijzen.
De voorzitter brengt vervolgens het voorstel in stemming. Het wordt verworpen met
7 stemmen tegen en 4 vóór. Vóór het voorstel stemden de beide wethouders en de heren
F. van Beek en Schreinemachers.
6. Voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet voor de aanschaf van kantoormachines.
Raadslid Braat vraagt of het bedrag van 25.000,in één keer wordt opgesoupeerd
Hij zegt dat het hem daarnaast verbaast dat er een tijdregistratieklok voor ambtenaren
ingevoerd gaat worden. Hij dacht dat zoiets niet nodig was, mede gezien het bedrag
dat er mee gemoeid is
Raadslid Joosen zegt ook niet te begrijpen dat er een tijdklok nodig is.
De voorzitter antwoordt dat in de nota van aanbieding een investeringsplan is opgenomen
met de te verwachten uitgaven voor 1978 en andere jaren. Voor 1978 staat een bedrag van
25.000,aangegeven.
Hij zegt dat er behoefte is aan een tijdklok omdat onder de ambtenaren de wens leeft dat
er overgegaan wordt naar variabele werktijden en daarbij is tijdregistratie nodig.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van burgemeester
en wethouders.