10
Het besluit wordt overigens gedurende 21 dagen ter visie gelegd.
Raadslid Braat zegt er niets meer van te begrijpen. Op 14 oktober 1977 wordt er een
ontwerpplan ter visie gelegd. Daarna blijkt, dat fase 2 en fase 3 niet voor onteigening
in aanmerking komen en nu, op 28 februari 1978 wordt dit pas algemeen bekend.
De voorzitter zegt dat er bij onteigening twee zaken spelen. Enerzijds de vaststelling
van een raadsbesluit met een Koninklijk Besluit daarop. Het K.Bzegt dat het raads
besluit een goede zaak is dat er onteigend wordt. Als de Kroon het besluit heeft goed
gekeurd geeft dat titel tot eigendomsoverschrijving in de openbare registers. Anderzijds
is er de onteigeningsprocedure, de vervroegde inbezitname en de vaststelling van de
schadevergoeding die betaald moet worden.
Hier nu wordt gesproken over de voorbereiding van procedures tot onteigening straks,
nadat het raadsbesluit door de Kroon is goedgekeurd.
Raadslid Braat herhaalt, dat de betrokkenen in feite nu toch pas weten dat hun grond
nog niet voor onteigening in aanmerking komt.
De voorzitter zegt dat de betrokkenen dat weten op grond van het bestemmingsplan
waartoe 2 jaar geleden besloten is. Daarin is de fasering opgenomen en daaruit blijkt,
op welk tijdstip de eigendom voor de gemeente van belang wordt.
Raadslid Braat vraagt hierna waarom het percaal van "Dura" oorspronkelijk wel in het
ontwerp-plan was opgenomen, er nu bij de besluitvorming uitgehouden moet worden, terwijl
dit perceel niet in de eerste fase gelegen is.
De voorzitter antwoordt dat het perceel van "Dura" wel in de le fase ligt. Dit perceel
is eruit gelaten omdat de tenaamstelling, zoals die in het ontwerpbesluit was opgenomen,
niet meer juist blijkt te zijn.
Raadslid Braat vraagt tenslotte of er voor reclamant C.G.M. Akkermans vervangende grond
is en wie de eigenaar is van perceel 734.
De voorzitter antwoordt dat door de heer Akkermans al bezwaar was ingediend tegen de
vaststelling van het bestemmingsplan "Het Kerkeind"De raad heeft toen besloten dat
bezwaar ongegrond te verklaren. Er is toen de toezegging gedaan dat de mogelijkheid voor
een aanbieding van vervangende grond onderzocht zou worden. De eigenaar van perceel 734
is de heer Machielsen.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders.
Voorstel tot een standpuntbepaling inzake kernrandgebied alsmede inzake een
verzoek van de heer A. Maas, dierenarts, om medewerking aan de vestiging van
een dierenkliniek.
Raadslid Braat stelt dat er hier sprake is van een algemeen belang èn een speciaal
voor alle agrariërs in Teteringen. De moeilijkheden die er zijn ontstaanvinden hun oor
zaak in de koppeling van het kernrandgebied met het verzoek van de heer Maas om
vestiging aan het Moleneind. Door het stedebouwkundig bureau zijn er 2 alternatieven
aangegeven waarvan er slechts één in het pre-advies is opgenomen. Hij vraagt waarom het
tweede alternatief - één van de thans nog open terreintjes aan de westzijde van het
Moleneind in de bebouwde kom - niet is opgenomen.