Uit de verslagen van de commissie planologische maatregelen van 9 januari en 14
februari 1978 blijkt duidelijk dat er in die commissie tegengestelde meningen over
het kernrandgebied zijn. Als het kernrandgebied zeer zorgvuldig en conform de
voorschriften wordt ingevuld, dat valt niet in te zien waarom dat niet mogelijk zou
zijn. Het is voor hem dan ook nog geen bewezen zaak dat Teteringen geen kernrandgebied
zou hebben. Daarnaast valt het hem op, dat het alternatief, aan de heer Maas geboden,
vrij vaag is. Hij mist daarin het aantal vierkante meters; er wordt uitsluitend gesproken
over kubieke meters. Van een precedentwerking kan ook sprake zijn,nu er toch over een
precedent gesproken wordtrals er zo'n flink perceel grond aan het Kerkeind aan één
particulier wordt verkocht.
De afstand van het alternatief tot de plaats, waar de heer Maas zich zou willen ves
tigen, bedraagt nauwelijks 150 meter. Het is dan ook uitermate merkwaardig, dat
vestiging op de ene plaats wel, en op de andere plaats niet mogelijk te achten is.
Hij pleit voor aanhouding van dit voorstel, want als het voorstel van het college
gevolgd wordt dan komt ook het alternatief niet meer aan bod en hij vindt dat men daar
voorzichtig mee moet zijn.
Raadslid Joosen zegt niet te kunnen begrijpen dat een dierenarts in zo'n agrarische
gemeente van het kastje naar de muur wordt gestuurd. De heer Maas heeft bij de planolo
gische commissie mogen vertellen hoeveel er geïnvesteerd zou moeten worden. Uit het
alternatief blijkt wel hoeveel vierkante meters er nodig zijn maar er is geen prijs
genoemd. Hij vindt dat dezelfde prijs betaald moet worden als door elke andere inwoner
van Teteringen, maar dan kan de heer Maas zijn plannen wel vergeten. Het zou anderzijds
niet billijk zijn tegenover de andere mensen om voor de prijs van agrarische grond een
aanbieding te doen.
De voorzitter merkt op, dat er hier noch sprake is van verkoop van grond noch van de
prijs waarvoor verkocht zou moeten worden. Als er eventueel grond verkocht zou moeten
worden en de gemeente zou daartoe bereid zijn, dan moet de raad de prijs gaan bepalen.
Raadslid Joosen zegt vervolgens dat hij van mening is, dat als er zoveel grond in een
woongebied voor één man nodig is, er een precedent geschapen zou worden als die grond
door erfpacht of op welke andere manier dan ook goedkoop verkregen zou kunnen worden.
Hij kan echter niet begrijpen dat een particulier initiatief van een agrarisch betrokkene
niet meer gestimuleerd wordt, want het is toch eigenlijk een noodzaak.
Raadslid F. van Beek zegt namens zijn fractie dat zij het gestelde in het pre-advies
inzake de motivatie tot hernieuwde vestiging van een meer gespecialiseerde dierenartsen
praktijk onderschrijft. De nota van G.S. betreffende de inrichting van een bestemmings
plan "buitengebied" biedt ruimte aan o.a. dierenklinieken. De fractie onderschrijft
tevens de stellingnamedat dergelijke vestigingen in het buitengebied, waartoe ook een
kernrandgebied behoort, slechts onder stringente voorwaarden toelaatbaar zijn.
Nu wordt in het pre-advies gesteld dat in geval van aanwijzing van een kernrandgebied
een precedentwerking zou kunnen ontstaan. Deze werking kan echter worden uitgeschakeld
door de koppeling kernrandgebied-dierenartsenpraktijk te handhaven en zulks niet zozeer
om wille van het precedent maar veeleer om wille van een selectieve procedure.