17
er de mogelijkheid tot een afwijzing op die lokatie en dan is er wel een zinvol
alternatief mogelijk. Gezien de sfeer die er op dit moment in de raad leeft namelijk
dat de concrete aanvraag van deze veearts gehonoreerd moet worden omdat het duidelijk
een belang van de Teteringse boeren is - is spreker ervan overtuigd dat er met die
instelling van de raad voor de heer Maas aan wie overigens nog een tweede alternatief
aangeboden is, een oplossing gevonden zal kunnen worden. Het zal wellicht wat duurder
zijn dan de huidige, maar geen enkele inwoner van Teteringen kan zonder meer een villa
op een stuk grond zetten daar, waar zulks uit het oogpunt van ruimtelijke ordening
eigenlijk niet kan.
pe voorzitter betoogt, dat het college het voorstel tot aanhouding overneemt. Daaraan
wordt een uitnodiging verbonden aan dierenarts Maas om te spreken over de mogelijkheden
van de alternatieven. Dat zal dan eventueel besproken worden binnen de commissie
planologische maatregelen en daarna zal een en ander opnieuw aan de orde kunnen komen.
Raadslid F. van Beek zegt dat de heer Schreinemachers suggereert alsof er een villa
gebouwd gaat worden. Het gaat hier om de vestiging van een dierenkliniek met o.a.
een daarbij behorend woonhuis.
Raadslid Schreinemachers zegt die suggestie terug te nemen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten het voorstel van burgemeester en wethouders
tot een der volgende vergaderingen aan te houden.
9. Voorstel inzake een verzoek om voorziening in verband met een geweigerde bouwvergunning.
Raadslid de Jong vraagt wat het pre-advies precies betekent, want de betreffende persoon
vraagt nu alleen maar om aanhouding van de beslissing op zijn bouwaanvrage
De voorzitter antwoordt dat er om een bouwvergunning is gevraagd, die door het college
geweigerd is. Daar is bezwaar tegen aangetekend en dan dient de raad te besluiten of
die bouwvergunning wel of niet verstrekt moet worden.
Raadslid de Jong stelt dat nadien gevraagd is, om de beslissing aan te houden.
De voorzitter zegt dat in het bezwaarschrift mede wordt aangevoerd dat betrokkene
liever een aanhouding ziet. Dat kan echter niet want op een bouwaanvrage niet besloten
te worden.
Raadslid de Jong zegt verder dat bij de ter visie legging van het bestemmingsplan
Buitengebied 1974 ter plaatse een bouwblok was aangegeven. Vóór de ter visie legging
van dat bestemmingsplan is er door de raad gesproken met de stedebouwkundige en op de
vraag waar op het Hoeveneind eventueel nog een bouwplaats lag, heeft deze toen perceel
809/196 aangewezen. Dat plan is toen goed bestudeerd door de vorige raad en ter visie
gelegd voor de gehele gemeenschap. Bemerkingen zijn er niet op ontvangen. In de raads
vergadering van augustus 1974 is dat plan vastgesteld en naar G.S. gezonden.
In januari 1975 is een gedeeltelijke goedkeuring verleend. De onthouding van de goed
keuring had geen betrekking op dat bouwblok 809/196. Twee jaar geleden heeft betrokkene
op het gemeentehuis geïnformeerd naar de bouwmogelijkheden ter plaatse. Door twee
ambtenaren zijn toen alle inlichtingen verstrekt en op grond daarvan is men doorgegaan.
Deze ambtenaren hebben niets gezegd over eventuele strijd met het bestemmingsplan. Ook
de Brabantse Milieu Federatie had tegen het bouwblok ter plaatse geen bezwaar. Nu is
men in het stadium gekomen dat men een bouwaanvrage wil weigeren.