2
Hij vindt dat dit nu duidelijk in de discussie moet worden meegenomen. Het ver
dagen van het besluit in de vorige raadsvergadering is op onjuiste gronden
gedaan en hij verzoekt de raad, cni datgene wat hij nu duidelijk aan informatie
naar voren heeft gebracht, in de besluitvorming mee te nemen.
Hij zou het irreëel vinden als hier nu een besluit zou vallen op 32,resp.
2
34,per m gezien al hetgeen er aan een besluitvorming als de onderhavige
is voorafgegaan, irreëel ook tegenover alle anderen in het dorp, die grond kopen
en v/aar geen halve toezeggingen zijn gedaan of als zodanig zijn begrepen en
vastgelegd.
Hij vindt dat er eigenlijk bijna onrechtmatig wordt gehandeld als men de besluiten
van een vorige raad zó naast zich neerlegt en zich daarachter verbergt.
Raadslid Braat zegt de opmerkingen van raadslid Schreinemachers niet te kunnen
plaatsen. Op 28 februari 1978 is er terecht breedvoerig over deze affaire gesproken.
Ir zou nu gediscussiëerd kunnen worden over de toen naar voren gebrachte argumen
ten om de grondprijzen op het niveau van weleer te houden.
Hij zegt het redelijk ondemocratisch te vinden an, als er een besluit is gevallen,
nu weer mat het verhaal aan te kernen dat de notulen indertijd verkeerd geïnterpre
teerd zijn. Want daar is geen sprake van en de uitvoerige discussie daarover heeft
tot een conclusie geleid.
B. en W. hadden nu geen andere weg dan terug te karen net een voorstel van 32,
en 34,per m en alle verdere discussie is naar zijn smaak zinloos.
Raadslid Joosen zegt het eens te zijn met raadslid Braat.
De voorzitter stelt net nadruk vast, dat er geen voorstel van het college ligt, maar
een ontwerp-raadsbesluit, waar het college niet achter staat.
Hij zegt het het goede recht te vinden van ieder raadslid om terzake van besluiten,
die de raaid gaat nemen, daar zijn mening over te geven.
Het gaat nog al ver cm, wanneer een raadslid van dat recht gebruik wenst te maken,
zulks ondemocratisch te noemen.
In de notulen van 23 januari 1973 staat dat de raad t.z.t. op de grondprijzen terug
zal komen. In de vorige raadsvergadering is duidelijk geworden, dat het college met
een ontwerp-raadsbesluit terug zou moeten kcmen 'en dat ligt er nu ter competentie
van de raad en niet van B. en W.
Raadslid Schreinemachers zegt het merkwaardig te vinden dat voorden als "democratie"
worden aangehaald als door hern wordt duidelijk gemaakt dat een vorig raadsbesluit cm
een totaal, plein te accepteren op basis van beperkende bepalingen nu wordt geïnterpreteerd a
zijnde cenbcsluit zonder beperkende bepalingen en dat het bon wordt kvalijk genomen dat hg daarop terug
durft te komen.
Spreker zegt iets meer huiswerk gedaan te hebben door alle oud-raadsleden af te tasten
en hen te vragen wat de intentie is geweest. Een raadslid heeft nu eenmaal deze
plicht. Hij zegt er boos am te kunnen worden wanneer men dit aan zijn laars lapt en
zegt daar niet over te willen praten, omdat men toch geen irreële dingen kan doen.
Als men zo tot besluitvorming wil geraken, moet men tijdens de verkiezingsstrijd niet
roet grote leuzen gaan komen. Spreker vindt dit een zeer principiële zaak.