10. Voorstel tot onteigening van gronden in het bestemmingsplan "Het Kerkeind'.'
Raadslid Joosen vraagt of de sociale woningbouw niet in gevaar wordt ge
bracht.
De voorzitter antwoordt dat het juist de bedoeling is zo snel mogelijk de
beschikking over de gronden in het Kerkeind te hebben, zodat de sociale
woningbouw voortgang kan vinden. Deze onteigeningsprocedure heeft een
tweetal elementen, n.l. het raadsbesluit dat goedgekeurd moet worden door
de Kroon en daarnaast de gerechtelijke onteigeningsprocedure.
Het gaat nu om liet eerste deel. Ingevolge de Onteigeningswet moet de Kroon
hierover- binnen een half jaar besluiten. Door nu dit besluit te nemen wordt
de mogelijkheid cm de gronden door middel van onteigening te verwerven, als
al niet in minnelijk overleg gekocht kan worden, dichterbij gebracht en
daarmede de mogelijkheid tot realisering van het bestemmingsplan.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten overeenkomstig het voorstel
van burgemeester en wethouders.
11. Voorstel inzake een brief van de heer A. Maas, Hameldonk 18, inzake de
vestiging van een dierenkliniek.
Raadslid Braat zegt dat deze zaak in de vorige raadsvergadering is aangehouden
om na te gaan of er een oplossing te vinden was. Nu wordt er voorgesteld de
brief van de heer Maas ter afdoening aan het college te geven waarna het vorige
voorstel eventueel nader gepreadviseerd, opnieuw aan de raad kan worden aange
boden. Hij zegt dit niet helemaal te begrijpen.
Spreker vindt het van vitaal belang dat de raad zich uitspreekt of er een kern
randgebied moet komen, ja dan nee.
De voorzitter zegt dat thans de brief van de heer Maas inzake de vestiging van
een dierenkliniek aan de orde is. Het college heeft met de heer Maas over de
alternatieven gesproken en het verslag daarvan heeft men bij de s tuide en kunnen
zien.
Daarna is deze brief aan de raad binnengekomen en het college is verplicht deze
ten spoedigste in de raad te brengen. Voor het college leidt deze brief tot de
conclusie dat de naar voren gebrachte alternatieven niet aan de orde zouden mogen
komen of relevant zouden zijn. Het college is van mening dat deze wel relevant
zijn en daarom wordt nu uitsluitend over de brief gesproken en over het antwoord
dat daarop gegeven moet worden.
Raadslid Braat vervolgt: mat te zeggen, dat hij van mening is dat het vitale punt
is dat de raad zich uitspreekt over een kernrandgebied. Zijn fractie is erop
tegen dat deze brief ter afdoening aan het college wordt gegeven en de raad dan
maar moet afwachten of er alternatieven bekeken worden.
Raadslid Joosen zegt al meermalen om een duidelijk standpunt gevraagd te hebben.
Zolang deze dierenarts niet duidelijk verteld wordt wat wel of niet mag, blijft
deze zich vastklampen aan de goedkoopste mogelijkheid.