De voorzitter zegt dat zowel het standpunt als de motieven van B. en W. razend
duidelijk zijn. Het feit dat de heer Haas geen duidelijkheid wordt geboden ligt
in handen van de raad, want deze heeft in de vorige raadsvergadering besloten
de zaak aan te houden.
Raadslid F. van Beek merkt op dat belanghebbende heeft gevraagd cm een kernrand
gebied aan te wijzen aan het Moleneind. Het college wilde daar geen uitspraak
over doen omdat het alternatieven had. Daarom is de zaak aangehouden
Het college had nu duidelijk met die alternatieven moeten kernen, want dan had
de raad nu een beslissing kunnen nemen. Het is niet de raad, die de zaak ophoudt.
Raadslid de Jong zegt het eens te zijn met de vorige sprekers.
Inzake het alternatief aan de Langelaar zegt hij het onverantwoord te vinden cm aan
één persoon 5000 m gemeentegrond op te offeren. Wanneer er een bestemmingswijziging
zou moeten plaatsvinden dan zou hij dit liever zien voor woningbouw, zodat daar
eventueel plm. 12 woningen gebouwd zouden kunnen worden. Voor de vestiging van een
dierenkliniek prefereert hij het Moleneind.
De voorzitter zegt dat in het gesprek op 9 maart 1978 met betrokkene uitvoerig ge
sproken is over mogelijkheden die zouden kunnen liggen aan het verlengde van de
Langelaar. De gemeente is daar eigenaar van een perceel grond van 5000 m.
Het college meent dat dit een redelijk alternatief zou kunnen zijn en dat deze
situering beter is dan welk ander gebied dan ook in het buitengebied. Zolang dit
alternatief niet als reële mogelijkheid door de heer Maas aanvaard wordt, kan het
college niet verder.
Raadslid F. van Beek merkt op dat de zaak nu wordt omgekeerd, want nu wordt gesuggereerc
dat de heer Maas moet bepalen waar hij kemt te wonen en naar sprekers' mening moet de
raad dat bepalen. Hij blijft daarom van oordeel dat het college nu met alternatieven
had moeten komen. Dan had er nu een besluit genoten kunnen worden.
Da voorzitter zegt het eens te zijn met raadslid F. van Beek wanneer deze zegt dat
de raad bepaalt hoe de bestemming op enig stuk grond zal zijn. Maar het voert iets
te ver om aan de raad een uitgewerkt bestemmingsplan voor te leggen voor de verlengde
Langelaar, terwijl het college er bijna zeker van is dat betrokkene zal zeggen dat
hij zich daar niet wil vestigen. Want daar zijn stedebouwkundige kosten mee gemoeid
van plm. 2.000,
In principe moet er eerst overeenstemming zijn over de vraagof er aan de verlengde
Langelaar een bruikbaar alternatief ligt. Daarna moeten er besprekingen beginnen met
de Provincie, met de P.P.D., met de Maatschappij voor Diergeneeskunde en pas daarna
kan er aan een bestemmingswijziging worden gewerkt. Het zal altijd een langdurige
procedure worden en het college heeft nooit anders beweerd.
Spreker antwoordt raadslid Braat, dat het college van mening is, 'dat de aan de raad
gerichte brief in handen van het college moet worden gesteld teneinde de alterna
tieven bespreekbaar te maken en daarna met de resultaten van het te voeren overleg
bij de raad terug te kemen. Als er in de raad een pleidooi wordt gehouden cm de brief
niet ter afdoening in handen van het college te stellen, dan zal de raad bijeen
moeten komen cm zelf deze zaak af te doen.