2
theek in Breda-Noord schattenderwijs 400 m telt voor zo'n 20.000 inwoners.
Wethouder Ocmen antwoordt dat zowel de benodigde som als de grootte van de
bibliotheek een gevolg is van wettelijke voorschriften. Als de gemeente zou
menen met een kleinere bibliotheek te kunnen volstaan, dan zou dit gevolgen
kunnen hebben voor het rijkssubsidie.
Het college heeft met dit voorstel voornamelijk gedacht aan de jeugd, de
studerende kinderen en de bejaarden, die zich moeilijk kunnen verplaatsen.
Spreker antwoordt raadslid Schreinemachers dat de gemeentelijke plannen eerst
bij de Provincie en dan bij het Rijk komen. Men zal daar ongetwijfeld met de
behoeften rekening houden en dit zou mede kunnen betekenen, dat Teteringen niet
het eerst aan de beurt zal kcmen.
De voorzitter merkt op dat als de gemeente iets goeds te bieden heeft het aantal
uitleningen zal stijgen. Gezien de bijzondere situatie hier zal er een zekere
ijheid bevochten moeten worden bij de realisering van de bibliotheekplannen.
Binnen het wettelijke kader moet voor een aantal beleidsmarges ruimte gevonden
kunnen worden om daardoor een bibliotheek in deze gemeente beter te kunnen laten
functioneren. Spreker zegt daarbij te denken aan een nauwere samenwerking met
het lager onderwijs.
Tot slot zegt hij dat nieuwe uitgaven uit de budgettaire ruimte betaald zullen
moeten worden. Is die ruimte er niet, dan zal die gevonden moeten worden. En dat
kan niet anders dan via de plaatselijke belastingen. Vandaar de verwijzing naar
deze belasting.
Raadslid Joosen merkt op bij de geraamde uitgaven geen bedrag voor het gebouw
gezien te hebben.
Wethouder Oomen zegt dat in de geraamde uitgaven de kosten voor huisvesting be-
qrepen zijn. Het is echter moeilijk te voorspellen wat het gebouw gaat kosten als
Win nog niet weet hoe het moet worden en waar het moet koren.
Raadslid de Jong stelt voor cm te bezien of niet een leegkomend schoolgebouw of het
gebouw van openbare werken aan de Laarakker voor huisvesting in aanmerking kan komen
want dat zou een behoorlijke bezuiniging kunnen zijn.
Raadslid Schreinernachers zegt een dergelijke voorziening wel toe te juichen en dan
met name voor de kinderen en de bejaarden, maar hij heeft nog steeds niet gehoord hoe
groot de behoefte is bij deze groepen. De studerende kinderen zijn grotendeels ge
bonden aan scholen in Breda en Oosterhout die alle een redelijke bibliotheek in stand
houden, dus zij kunnen primair hun boeken daar vandaan halen.
Bij 100.000 uitleningen gaat elke uitlening hier 2,50 kosten en zolang niet duidelijk
vaststaat wie de groepen zijn die daar gebruik van gaan maken, weet spreker niet of
dat zonder meer 2,50 per uitlening waard mag zijn, hoe belangrijk de gemeenschap het
ook mag vinden dit stuk cultuur te subsidiëren.
Hij vindt dat primair moet worden afgewogen of het zo belangrijk is dat deze gemeente
niet andere mag meedingen naar zo een gemeenschapsvoorziening. Daarvoor moeten eerst de
benodigde gegevens duidelijk op tafel liggen, want nu liggen er alleen wettelijke eisen