moet worden opengehoudenDit betekent overigens dat de raad
nu het voorstel, zoals het er ligt, moet aanvaarden.
Raadslid Braat meent dat er toch een duidelijke spraakverwarring
betreffende de prioriteiten is waar enerzijds de gemeente over
spreekt en anderzijds het schoolbestuur. De prioriteiten van het
schoolbestuur zijn: lermuziek en 2elichamelijke opvoedingHet
is met "muziek" niet gekomen omdat steeds op het A.M.V.-onderwijs
gewezen is.
De voorzitter wijst erop dat het enige orgaan, dat bevoegd is
om medewerking te verlenen, de raad is. Nu blijkt de raad de
kennis te bezitten dat men eigenlijk "muziek" bedoelt inplaats
van "lichamelijke opvoeding".
Raadslid Braat merkt op gezegd te hebben dat de prioriteiten
van het schoolbestuur zijn: l:muziek en 2: lichamelijke opvoeding,
en dat is heel wat anders.
De voorzitter zegt het verschil niet te zien. De school zou het
liefst een vakleerkracht "muziek" hebben, maar waar het nu om
draait is, dat men veronderstelt dat, als men met een aanvraag
voor muziek komt, zulks geen schijn van kans heeft. De raad zal
daar zelf wel aanleiding toe gegeven hebben, of er wordt van een
verkeerde veronderstelling uitgegaan.
Het schoolbestuur kan nu opgezadeld worden met zijn tweede
wenselijkheid.
Raadslid Braat merkt op dat een tweede prioriteit even belangrijk
kan zijn nadat de eerste is vervuld.
De voorzitter sluit hierna de discussie en brengt het voorstel in
stemming. Na hoofdelijke stemming wordt met 8 stemmen voor en
2 tegen besloten overeenkomstig het voorstel van burgemeester
en wethouders. Tegen het voorstel stemden de raadsleden Braat en
Bremer-Bosch
Voorstel tot het weigeren van medewerking als bedoeld in artikel
72 van de Lager-onderwijswet 1920.
Raadslid Braat zegt dat dit stuk in twee delen uiteenvalt nl.
ten eerste de vraag om een lokaal en ten tweede de vergoeding
voor de creatieve stal.
Ten aanzien van dit laatste zegt hij de vergoeding van
3.024,--, erg hoog te vinden en volgens hem lijkt dat bedrag
niet reëel gezien de cijfers van de voorgaande jaren.In 1972
was dit bedrag 425,en in 1973 650,--, in 1974, 1975 en
1976 1.500,in totaal, in 1977 bedroeg het 1.005,en hij
vraagt waarin dat verschil nu zit tussen 1977 en 1978.
Raadslid F.van Beek vraagt t.a.v. de huur van het handenarbeid-
03?