De voorzitter antwoordt dat de nota "openbaar groen" niet zoveel
nieuws zal opleveren.
De jeugd kan nu wel occuperen en zeggen dat ze dit als een speel-
terreintje beschouwt, maar wanneer het iemands privé-tuin zou
betreffen dan zou hij daar toch wel ernstig bezwaar tegen maken.
Men kan niet terecht tot de conclusie komen, dat het openbaar
groen, dat niet als speelterrein is aangelegd, de jeugd toebe
hoort
Er is over gesproken hoe de gazons bruikbaar zouden kunnen zijn
en spreker vindt het ook juist dat er een multi-functioneel ge
bruik van gemaakt wordt
Hij heeft er wel ernstige bezwaren tegen om iedere vormgeving,
die er aan een plantsoen gegeven wordt, ter goedkeuring voor te
leggen aan iedere buurtbewoner, want evenzeer als het individu
voor het inrichten van zijn eigen tuin de vrijheid heeft, heeft
de gemeente dat ook.
Wanneer structureel, aan bepaalde zaken in de openbare sector
iets gewijzigd zou worden, dan zouden die plannen, die overigens
altijd ter inzage liggen, in "Allerlei" bekend gemaakt kunnen
worden, zodat communicatiestoornissen, ook van gemeentelijke
interne aard, voorkomen kunnen worden en niet zo zeer tot laaiende
situaties en paniekreacties aanleiding behoeven te geven.
Raadslid Schreinemachers zegt het ermee eens te zijn dat de
gemeente als eigenaar in wezen met plantsoenen kan doen wat ze
goeddunkt in het totale beleid.
Daarom heeft hij dan ook uitdrukkelijk naar dat beleid gevraagd
en daarom blijft hij om die nota vragen. Hij is het ook eens
met de opmerking over die privé-tuin, maar de gemeente heeft in
de afgelopen jaren een beleid gevoerd dat in grote lijnen ge
doogde dat de plantsoenen, in de ogen van een aantal inwoners,
werden misbruikt. Door dat gedogen heeft de jeugd het plantsoen
als speelterrein beschouwd en als dan van de ene op de andere
dag daar geplant wordt, dan moet het college niet verbaasd zijn
dat binnen de kortst mogelijke tijd de hele zaak vernield is.
Dit stuit hem tegen de borst, want iedere struik heeft toch
5ja 10,gekost.
Spreker is het er mee eens, dat kinderen niet het recht hebben
om de zaak af te breken, maar hij vindt ook, dat de zaken wat
omgedraaid zijn en daarom verzoekt hij met klem om die werk
zaamheden niet zo maar voort te zetten, maar eerst met de nota
te komen, zodanig dat men weet waar men aan toe is.
De voorzitter zegt dat geconstateerd had kunnen worden dat de