Tot slot is zijn fractie van mening dat de termijn van vestiging in de gemeente best verlengd mag worden tot 3 of 4 jaar, omdat bouwmogelijkheden erg schaars zijn in Teteringen. Die schaarse mogelijkheden behoren toe te komen aan serieuze inwoners en niet aan passanten. Raadslid Schreinemachers merkt op, dat de raad zich destijds terecht nogal druk heeft gemaakt over de toewijzing van een beperkt aantal bouwpercelen. Het zo eerlijk mogelijk verdelen van de beperkte ruimte was heel uitdrukkelijk het eerste criterium en het tweede was, dat door het toewijzen van die percelen aan Teteringse inwoners er panden vrij zouden komen waarvan Teteringenaren zouden kunnen profiteren. Als nu naar het huizenaanbod van dit ogenblik wordt gekeken en dan met name ook naar de panden die vrij komen door verhuizing naar Gouwen-Oost, dan kan men constateren, dat daar dermate hoge prijzen voor worden gevraagd dat het voor een Teteringenaar uit welke categorie dan ook, nauwelijks haalbaar is om één van die panden te kopen. En dat druist duidelijk tegen de uitgangspiinten in, die de raad destijds had. Spreker vindt dit erg jammer. Hij vraagt vervolgens of bij toewijzing van de bouw percelen volledig rekening is gehouden met element a van het raadsbesluit van 28 juni 1977 tot vaststelling van de toewijzingscriteria. Op de tweede pagina van het verslag staat met betrekking tot de lijst van woning zoekenden voortdurend de term "geplaatst", terwijl in het begin van het verslag over "voorkomen" gesproken wordt. Hij vraagt, of deze twee termen elkaar volledig dekken of dat hij moet constateren dat de termijn van inschrijving op de lijst van woning zoekenden, die bepaald was op 1 juni 1977, niet gehanteerd is. Betreffende de criteria onder B 4 en 5 vraagt hij le:, of de medische en sociale indicatie inderdaad is toegepast. Hij behoeft niet te weten bij wie deze is toegepast maar wel of ze zijn toegepast en zo ja, in hoeveel gevallen; 2e: wat de waarde van de indicatiestelling is en in hoeverre er van indicaties gebruik is gemaakt ingebracht door bijv. de arts van de aanvrager zelf of indicaties van de zijde van een arts die door het college is aangewezen. Hiermede doelt hij duidelijk op het inbouwen van objectieve normen, wat hij straks aan de orde wil zien; 3e: of er voor iemand wel een noodzaak van vestiging elders kan zijn, want niemand kan dat bewijzen. Het is een nauwelijks hanteerbaar uitgangspunt. Hij vindt het wel belangrijk het element "wenselijkheid" in te voegen, hoewel er dan zeer goed gelet moet worden op subjectieve elementen die daar in kunnen sluipen. Tot slot zegt spreker dat hij na het lezen van het evaluatieverslag de indruk heeft gekregen dat de criteria, die niet behoefden te functioneren omdat daar practisch niemand in terecht kwam, hebben gefunctioneerd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 33