Wethouder Oomen zegt, dat het onderzoek naar de vrije-tijdsbesteding door de jeugd
indertijd werd opgedragen aan een zgn. "T.A.P."-functionaris. Deze functionaris
werd tijdens zijn onderzoek elders benoemd, zodat hij niet tot een afronding kon
komen. Hijwerkt er nu in zijn vrije tijd aan.
Raadslid Schreinemachers merkt naar aanleiding hiervan op, dat tegen de tijd, dat
het verslag in de publiciteit komt, het niet meer helemaal betrouwbaar is.
De voorzitter zegt te zullen doen bezien of de afperking bespoedigd kan worden.
Raadslid F. van Beek merkt in tweede termijn op, dat er een stukje weg is in de om
geving van het Moleneind, dat geen straatnaam heeft, hetgeen voor de omwonenden
toch vervelend is. Hij vraagt hiervoor de aandacht van het college.
De voorzitter antwoordt, dat een en ander al in het college ter sprake is geweest.
De naam "Molenberg" is daarbij gevallen. Deze kwestie heeft de aandacht.
7. Sluiting.
De voorzitter sluit hierna de vergadering met het uitspreken van het sluitingsgebed.
Aldus vastgesteld op 22 augustus 1978