c.q. in voorbereiding zijnde bestemmingsplannen, niet mogelijk is".
Raadslid Braat betoogt, dat dit initiatiefvoorstel betrekking heeft op een bekende
materie. Het standpunt van het college is genoegzaam bekend, terwijl ook de
Commissie Planologische Maatregelen zich over deze kwestie gebogen heeft. Het
voorstel van het college om dit initiatief in handen van de Commissie Planologische
Maatregelen te stellen verwondert hem dan ook ten zeersteHij vindt dat het
initiatief-voorstel zelf in behandeling genomen moet worden en in stemming gébracht.
Raadslid Joosen zegt geconstateerd te hebben, dat een dierenkliniek niet beschouwd
mag worden als te zijn een agrarisch bedrijf.
Van vestiging in het buitengebied zal, zelfs al zijn er geen alternatieve mogelijk
heden, geen sprake kunnen zijn.
Wijziging van het bestemmingsplan in dien zin, dat er een kemrandgebied wordt aan
gewezen waardoor vestiging wel mogelijk zou worden zal nimmer de vereiste provinciale
goedkeuring kunnen verkrijgen. Hij vraagt, welke zwaarwegende redenen de initiatief
nemers hebben om een bij voorbaat verloren zaak toch door te zetten. Op grond van het
bovenstaande wijst zijn fractie het voorstel van het college af.
De voorzitter zegt, dat het college reeds meermalen over deze materie heeft gepreadvi
seerd, zodat het niet nogmaals met een voorstel kan komen. De enige mogelijkheid is dan
om het initiatiefvoorstel in handen van een commissie te stellen. Daarmee wordt
het reglement van orde volledig gevolgd. Men kan van het college niet verwachten, dat
het van dat reglement, door de raad vastgesteld, gaat afwijken.
Raadslid Braat zegt, dat het hier om een volkomen bekende zaak gaat. Naar zijn mening
moet het initiatiefvoorstel behandeld worden. Indien er een commissie gehoord had
moeten worden, dan had dat na de indiening van het initiatiefvoorstel en vóór deze
raadsvergadering kunnen en moeten gebeuren. Daar was voldoende tijd voor.
De voorzitter bestrijdt deze mening omdat het niet het college is, dat dit voorstel
in handen van de commissie moet stellen, maar de raad zelf.
Raadslid Joosen zegt dat er geen enkele kans is om de dierenkliniek daar te krijgen,
waar de initiatiefnemers dat wensen.
Raadslid Anssems zegt, dat er reeds lang besluitvorming zou hebben plaatsgevonden
als bekend geweest was, wat de mening van de provinciale overheid hierover was.
De voorzitter zegt, dat het college gehouden is aan het reglement van orde. Daarvan
kan het niet afwijken. Aan het adres van raadslid Anssems zegt hij, dat reeds vanaf
den beginne en steeds weer opnieuw door het college is betoogd, dat de provinciale
overheid geen goedkeuring zou verlenen aan een wijziging van het bestemmingsplan.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders.
Voorstel tot het beschikbaarstellen van een krediet voor het bouwrijpmaken van de
le fase van het bestemmingsplan "Het Kerkeind".
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders.
