toen deze zaak aan de orde kwam, reeds geconstateerd, dat er sprake is van een geschil. Dat zal juridisch wel juist zijn, anders zou Breda immers niet bereid zijn het lopende contact tussentijds open te breken. Bij Intergas heeft men een zeer hoge graad van efficiency bereikt, een graad van efficiency, die vaak vreemd is aan overheidsbedrijven. Daarom komt het hem merkwaardig voor, dat Breda thans meer te bieden heeft dan Intergas. Is er contact geweest met Intergas in de periode, dat er ambtelijk overleg met Breda heeft plaatsgevonden, opdat bepaald kon worden, in hoeverre Intergas positief tegenover het aanbod van Breda kon gaan staan? De voorzitter zegt in zijn antwoord, dat er medio 1977 met Intergas contact is geweest. Daarbij is het contract met Breda ter sprake geweest. Het is reëel, dat er dan ook contact wordt opgenomen met de partner. Dat is min of meer informeel gebeurd. Nieuw-Ginneken bleek met hetzelfde probleem te worstelen. Aanvankelijk werd er bij Breda geen gehoor gevonden. Toen de kwestie wat scherper gesteld ging worden, vond er bij de Bredase partner een ommekeer plaats. In december 1977 besloot de raad van Breda, dat men met de partners tot het sluiten van een nieuwe, redelijker, overeenkomst zou moeten komen. Er is toen een ambtelijke werkgroep ontstaan, hetgeen geleid heeft tot de voorliggende ontwerp-regeling. Er mag niet van worden uitgegaan, dat er in het verleden hoge winsten gemaakt zijn. Bij een gasbedrijf is de efficiency van uitermate groot belang. In 1976 komt het bedrijfsresultaat voor Breda uit op 9,6% en voor Intergas op 8%. Beide bedrijven werken derhalve efficient, doch Breda iets efficiënter dan Intergas. Rijsbergen, dat sedert 1967 een contract met verlies- en winstdeling heeft, profiteert eerst sedert de laatste jaren van winsten, voorheen deelde die gemeente in de ver liezen. Van gemeenten onderling mag inderdaad verwacht worden, dat men gevoel voor elkaar heeft. De term: laakbaar, die in dit verband gébruikt is, is niet helemaal ten onrechte gebruikt. Wanneer er een geschil aangegaan wordt, moet maar afgewacht worden, wat het uiteindelijke resultaat daarvan zal zijn. Het college is van mening, dat tot het aangaan van deze gemeenschappelijke regeling moet worden besloten. Er is geen sprake geweest van een ambtelijke nalatigheid. Opzegging had in december 1974 kunnen geschieden per 1 januari 1976. Dat is toen niet gebeurd. Het gebeurt nu. Een oud contract wordt wel eens meer vergeten. De aanleg van een termijnkaart kan best zinvol zijn ofschoon het gevaar bestaat, dat een dergelijke kaart bij zeer langlopende contracten toch over het hoofd wordt gezien. In het buitengebied bijv. moeten lange pijpen gelegd worden. Het gas verbruik zal echter betrekkelijk gering zijn, zodat de investering niet rendabel is. Het gedeelte, dat niet rendabel is, wordt de onrendabele top genoemd. De gemeenteraad kan in een dergelijk geval besluiten, deze onrendabele top voor rekening van de gemeente te nemen. Raadslid van Beek zegt te menen, dat in het verleden de aangeslotenen dit onrendebale gedeelte voor hun rekening moesten nemen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 36