er ook tot stand komt, het gaat om een collegiaal bestuur.
Binnen het college bestaat overigens de afspraak, dat na anderhalf of twee
jaar een herverdeling van portefeuilles mogelijk is.
Hierna wordt dit agendapunt voor kennisgeving aangenomen.
5. Voorstel tot vaststelling van een gemeentevlag.
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders.
6. Voorstel tot vaststelling van de grens van de bebouwde kom als bedoeld in de
Boswet.
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders.
7. Voorstel tot het aankopen van grond.
Raadslid de Jong zegt, dat zijn fractie zich met dit voorstel ten verenigen.
Hij vraagt of er al een overeenkomst met de pachter gesloten is inzake de
toekenning van een pachtersvergoeding.
Wethouder van Beek antwoordt hierop, dat de onderhandelingen met de pachter nog
niet zijn afgerond. Te zijner tijd zal de raad een voorstel worden gedaan inzake
deze vergoeding.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten overeenkomstig het voorstel
van burgemeester en wethouders.
8. Voorstel tot het verkopen van grond.
Raadslid Joosen merkt op, dat het voorstel in feite betekent een verhoging van de
grondprijs met 30%. Straks komt de vaststelling van grondprijzen voor stroken
grond in "Gouwen Oost" aan de orde. Het verbaast hem dat er in één jaar tijd 135%
de mist in gaat.
Raadslid Schreinemachers zegt, dat in het voorstel tot vaststelling van grond
prijzen in "Gouwen Oost" een indexering is opgenomen. Hij vraagt of zulks ook
in dit voorstel aan de orde is.
Wethouder van Beek antwoordt hierop, dat dit inderdaad het geval is. Deze indexering
zou eigenlijk moeten leiden tot een grondprijs van 68, Het college is van mening,
dat een afronding tot 65,redelijk is.
Raadslid Schreinemachers zegt, dat het naar zijn mening beter was geweest cm heel
duidelijk de indexering aan te houden, hetgeen had moeten leiden tot een grondprijs
van 68, Tegen een afronding naar 65,zal hij echter geen bezwaar maken.
Raadslid Joosen vraagt nogmaals naar de reden van het verschil in procentuele
verhoging tussen het aan de orde zijnde voorstel en het voorstel onder agenda
punt nr. 10.
De voorzitter antwoordt hierop, dat in het laatstbedoelde voorstel een indexering
toegepast moest worden, gerekend vanaf medio augustus. 1971 tot medio november 1977,
terwijl in het aan de orde zijnde voorstel geïndexeerd moest worden van juni 1974
tot augustus 1978.