2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel is de belastingplichtige die zich vóór 1 juli van een belastingjaar in deze gemeente vestigt en die aantoont dat hij in de gemeente van herkomst voor dezelfde hond over de eerste zes maanden van het belastingjaar hondenbelasting ver schuldigd is en geen aanspraak op vermindering of ontheffing kan maken, de belasting over dat jaar slechts voor de helft verschuldigd. 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel is de be lastingplichtige die zich op of na 1 juli van het belastingjaar in de gemeente vestigt en die aantoont dat hij in de gemeente van herkomst voor dezelfde hond over het gehele belastingjaar hondenbelasting verschuldigd is en geen aanspraak op vermindering of ontheffing kan maken, de belasting over dat jaar niet verschuldigd. 4. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel wordt geen belasting geheven voor honden die in de loop van het belastingjaar naar een andere houder in de gemeente overgaan en waarvoor een aanslag over dat jaar is of wordt opgelegd. Artikel 11. De belastingplichtige die aantoont dat hij" in de eerste zes maanden van het belastingjaar heeft opgehouden houder van een hond te zijn, doordat de hond is gestorven of de hond niet meer binnen de gemeente wordt gehouden, wordt voor de helft van de voor die hond geheven belasting ontheffing verleend. Artikel 12 Burgemeester en wethouders kunnen één of meer gemeente-ambtenaren aanwijzen, die in hun plaats treden met betrekking tot de uitvoering van enige wettelijke bepalingen betreffende de heffing en invordering van deze belasting. Artikel 13. De verplichtingen, als bedoeld in de artikelen 47, 50 en 51 van de Algemene wet inzake rijksbelasting jegens burgemeester en wethouders gelden mede jegens de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren der gemeentelijke belas- tijigen- Artikel 14. Bevoegd tot het verlenen van afschrijving van de belasting en van uitstel van betaling als bedoeld in artikel 17 van de Invorderingswet zijn burgemeester en wethouders of door hen aangewezen gemeenteambtenaren Artikel 15. Overtreding of niet-nakoming van het bepaalde in deze belasting-verordening wordt gestraft met een geldboete van ten hoogste tweehonderd vijfig gulden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 60