Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders. Voorstel tot het benoenen van leden van gemeentelijke commissies en een tweetal andere organisaties: Als stembureau fungeren de voorzitter en de raadsleden Biersma-Brounts en de Jong. Na gehouden schriftelijke stemming blijken conform het voorstel van burgemeester en wethouders te zijn benoemd: a. tot lid van de Commissie Planologische Maatregelen: mevrouw Vossenaar-Blokdijk en de heren de Jong, Braat en Hoefsmit. b. tot lid van de Sportadviesccmmissie de heren Braat en van Geffen en mevrouw Bodlaender-Vermeulen en de heer Künen; c. tot lid van het College voor de verlening van bijstand: de heer Braat en mevrouw Jacobs-Maas. d. tot lid van de Raad van Beheer Centrale Antenne Inrichting: de heren de Jong en van Geffen. e. tot leden van de hoorconrrdssie ingevolge de Arob-verordening: mevrouw Vossenaar-Blokdijk en de heer Braat. f. tot afgevaardigden naar het algemeen bestuur van de Stichting Gemeenschapshuis ,Mt Web": de heren van Geffen en de Jong. g. tot lid van het bestuur van het Woonwagenschap Breda: de burgemeester en tot diens plaatsvervanger:mevrouw wethouder Rienks-Schiedon Vóór het voorstel van burgermeester en wethouders stemden vijf leden. Eveneens vijf leden brachten hun stem blanco uit. Voorstel tot vaststelling van grondprijzen voor stroken grond in het bestemmings plan "Gouwen Oost". Raadslid Joosen zegt, er van uitgaande dat dit voorstel niet de vrucht is van een meerderheidsstandpunt doch van het voltallige college, verbaasd, te zijn over de ommezwaai van de fractie van de V.V.D. Hij citeert in dit verband het betoog van raadslid Braat, gehouden in de raadsvergadering van 28 februari 1978. Zijn fractie vraagt thans via een stemverklaring meer duidelijkheid over het thans ingenomen, gewi j zigdestandpunt Raadslid Schreinemachers zegt, dat zijn fractie zich met dit voorstel kan verenigen. In de raadsvergadering van 4 april werd hem, toen hij zich verstout had nadere informatie in te winnen bij oud-raadsleden, die zitting hadden in de periode 1970- 1974, voor de voeten geworpen, dat hij "redelijk ondemocratisch" handelde. Dit treft hem nu nog meer, nu blijkt, dat men van standpunt veranderd is. Hij zegt niet te begrijpen hoe men het als fractie kan verantwoorden een eenmaal ingenomen en uitgedragen standpunt zo zeer te wijzigen. Bij afwezigheid van raadslid Braat moet hij nu wel aan wethouder Rienks vragen, hoe een en ander te verklaren is. Raadslid de Jong zegt, dat hij zijn reeds eerder ingenomen standpunt wenst te handhaven. Hij verklaart zich dan ook tegen dit voorstel.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 6