9
bij betrokken zal worden, is hiermee duidelijk verwant. Zij heeft de indruk, dat
er met de losse hand wat motieven worden bijeengeveegd voor de opheffing van
kleine gemeenten. Fundamentele redenen, met cijfermateriaal en bewijsstukken onder
bouwd, en gezien in het licht van een eventuele taakverandering, zijn niet naar
boven gekomen. De ene onzekerheid wordt onderbouwd met de andere. Dat het hier
gaat om de belangen van duizenden burgers, lijkt niet al te veel indruk te maken
op de bemanning van Haagse buro's. Hoe bewijst men nu, dat kleine gemeenten, met
minder inwoners dan een willekeurig aantal van 10.000, niet voldoende bestuurskracht
hebben. Is het niet juist zo, dat veel burgers naar de kleine gemeenten trekken o.a.
omdat de relaties er beter zijn en de ambtelijke wegen korter? Is in kleine gemeenten
het voorzieningenpakket relatief niet veel groter dan in grote. Zij zou wel eens
willen weten, hoeveel vierkante meters overdekte sportakkoirmodatie de Teteringse
burger tot zijn beschikking heeft en hoeveel de Bredase. Ook gemeenten met meer dan
10.000 inwoners hebben hulpstructuren nodig. Juist bij deze zo zeer ingrijpende
bestuursreorganisatie is een goed wetenschappelijk onderzoek onontbeerlijk. We moeten
terzake zeer attent zijn. We voelen ons bedreigd in ons bestaan, en dat niet alleen op
grond van deze ontwerp-nota. Zij verwijst in dit verband ook naar het rapport van de
Territoriale Werkgroep(pagina 16 sub 2)De reactie van het college vindt haar
fractie wat weinig aangescherpt. Zij had graag meer argumenten aangedragen gezien
ter ondersteuning van het ingenomen standpunt, een standpunt, dat overigens door
haar fractie wel wordt onderschreven. Zij verwacht, dat deze gemeente duidelijk en
genuanceerd stelling zal nemen in de Gewestraad.
Raadslid Biersma-Brounts zegt, dat haar partij over de reorganisatie van het binnen
lands bestuur een andere mening huldigt dan het college. Hoe vreemd het ook mag
lijken: haar fractie kan zich beter vinden in de mening van de V.V.D.-minister van
Binnenlandse Zaken. Haar partij vindt, dat reorganisatie van de provincies dringend
noodzakelijk is. Zij is voor de provincie-nieuwe stijl. In het rapport van het
Stadsgewest kiest zij dan ook voor model III. Haar argumenten daarvoor zijn, dat de
decentralisatie van rijkstaken een betere uitvoering waarborgt en dat regionale
problemen op deze wijze beter aangepakt kunnen worden. Het voornaamste argument is
overigens gelegen in de zo gewenste democratisering van de tweede bestuurslaag, en
voorkoming van een vierde bestuurslaag. Zij is het dan ook niet eens met de laatste
zin van de brief van het college, waarin staat, dat het pre-qewest in redelijke mate
aan de eisen van democratie en doelmatigheid voldoet. Zij denkt daarbij heel na
drukkelijk aan de democratie.
voorzitter vraagt of zij met democratisering van de tweede bestuurslaag de provincie
bedoelt.
jkgdslid Biersma-Brounts zegt, dat zij hiermee inderdaad de provincie bedoelt, en naar
raar toe het Stadsgewest.
^voorzitter: Mini-provincie
j^adslid Biersma-Brounts: Ja, mini-provincie. Zij is het eens met de argumenten van
burgemeester en wethouders van Chaam, die o.a. van oordeel zijn, dat kleine gemeenten