GFMFFNTF TFTFRINGFN
i
7
Door reclamanten werd vervolgens voorziening tegen dit besluit van burgemeester
en wethouders aan uw Raad gevraagd.
Hun bezwaarschriften waren respectievelijk gedagtekend 16 mei, 30 juli, 1 en 4
augustus 1978, zodat deze binnen de in artikel 51 van de Woningwet bepaalde
termijn zijn ontvangen en reclamanten ontvankelijk zijn in hun beroep.
Op 14 augustus respektievelijk 16 oktober d.a.v. zijn reclamanten gehoord door de
Commissie Planologische Maatregelen.
Naar aanleiding van de bevindingen hiervan adviseerde de commissie op 16 oktober
j.l. burgemeester en wethouders nader overleg te plegen met de Adviesraad voor wel
stand van Bouwtoezicht West-Brabant.
Op grond van deze ontwikkeling heeft uw Raad met ingang van 17 augustus respektieve
lijk 2, 3 en 7 november 1978 zijn beslissing op genoemde bezwaarschriften verdaagd.
In zijn zitting van 17 januari 1979 heeft de Commissie Planologische Maatregelen
nogmaals uitvoerig deze bouwplannen behandeld. De commissie heeft tenslotte met
algemene stommen uw Raad geadviseerd alle vier de beroepen ongegrond te verklaren.
Volledigheidshalve merken wij hierbij op dat in zijn vergadering van 14 augustus
1978 de commissie ten aanzien van het bouwplan van de heer van de Sanden een ander
standpunt innam.
Resumerend stellen wij uw Raad voor de verzoeken om voorziening tegen de besluiten
van burgemeester en wethouders van 26 april respektievelijk 21 juni 1978 tot weigerii
van de door voornoemd viertal gevraagde bouwvergunningen ongegrond te verklaren.
De verslagen van de vergaderingen van de commissie van 14 augustus en 16 oktober
1978 alsmede een uittreksel uit het ontwerpverslag van 17 januari 1979 liggen mede
bij de overige raadsstukken ter inzage.
Burgemeester en wethouders van Teteringen,
Aarts burgemeester
Mertens
secretaris