8 0 0 lO 5
-J.. J. MP O
f)X 7 R G ^7
Toteringen, 22 januari 19&0,
Aon de Gemeenteraad.
Artikel 176 van de gemeentewet bepaalt onder meer, dat aan
besteding van werken in liet openbaar geschiedt behoudens in
de gevallen, waarin om bijzondere redenen onderhandse aanbe
steding in het belang van de gemeente is. Deze bepaling
hoeft een imperatief karakter; er wordt immers in bevolen
dat een aanbesteding in het algemeen in het openbaar zal
geschieden.
Ingevolge artikel 209» lid i, der gemeentewet behoort tot
het dagelijks bestuur van de gemeente, aan burgemeester en
wethouders opgc dragen, "het vaststellen dor plans en voor
waarden van aanbestedingen en leverantiën, ten behoeve van
de gemeente te doen, wier vaststeliihg de raad niet aan zich
voorbehield."
Artikel 50, lid e, der gemeentewet tenslotte houdt in, dat
een besluit tot het onderhands aanbesteden van werken of
leverantiën in een openbare vergadering moet worden genomen.
In onze gemeente is in het verleden meermalen tot onderhandse
aanbesteding besloten. Ofschoon zulks in een openbare verga
dering geschiedde, heeft mijn fractie toch herhaaldelijk te ken
nen gegeven dat zij hot met deze werkwijze niet eens was.
Zij is van mening dat, in principe alle aanbestedingen openbaa
zijnde, het de raad moet zijn die in een voorkomend geval tijdig
moot kunnen besluiten of in het belang van de gemeente tot
onderhandse aanbesteding moet worden overgegaan.
Hot is daarom dat mijn fractie uw raad voorstelt toepassing te
geven aan artikel 176, le lid, der gemeentewet en te bejialen,
dat de raad zich de vaststelling der plannen en voorwaarden
wenst
van aanbesteding van werken'voor te behouden voor zover de
kosten van die werken naar raming een bedrag van ff50000
to boven gaan.
Hoogachtend
.fC