GEMEENTE TETERINGEN
De raad van de gemeente Teteringen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 januari 1980;
vast te stellen de volgende "VERORDENING TOT TWEEDE WIJZIGING VAN DE VERPLAATSINGS
KOSTENVERORDENING"
Artikel 1
Aan artikel 1 wordt toegevoegd een onderdeel i. en j., luidende als volgt:
"i. wezenlijke onderbreking: een onderbreking, welke langer dan twee maanden
heeft geduurd;
j. eerste indiensttreding: indiensttreding bij de gemeente waaraan niet of
slechts met een wezenlijke onderbreking een betrekking, waaraan het
ambtenaarschap in de zin van de Algemene burgerlijke pensioenwet was ver
bonden, is voorafgegaan".
Artikel 2
In lid 1 van artikel 3 wordt de punt aan het einde van dit artikellid vervangen
door een komma, en wordt toegevoegd de zinsnede "met dien verstande, dat in geval
van eerste indiensttreding slechts een verhuiskostenvergoeding kan worden ver
leend gelijk aan de helft van die, welke zou worden verleend als er geen sprake
was van eerste indiensttreding".
Artikel 3
Het bepaalde in artikel 5, lid 2, onder a, wordt gelezen als volgt:
a. in geval van verplaatsing of indiensttreding, gelijk aan 12 procent van de
jaarbezoldiging van belanghebbende op de dag waarop de nieuwe woning kan
worden betrokken, met dien verstande dat het bedrag niet minder bedraagt dan
12 procent van het jaarbedrag van het maximum van salarisschaal 57 van bijlage
A 1 van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1948 en niet meer
bedraagt dan 12 procent van het jaarbedrag van het maximum van salarisschaal
150 van genoemde bijlage, welke jaarbedragen dienen te worden vermeerderd met
het percentage van de vakantietoelage. Het overeenkomstig het vorenstaande
berekende bedrag wordt vermeerderd met het bedrag zoals bedoeld in artikel 10a
van de Verplaatsingskostenbeschikking 1962 voor elk tot het gezin behorende
medeverhuizende en ten laste van de belanghebbende komende kind;
BESLUIT: