GEMEENTE TETERINGEN
De raad van de gemeente Teteringen;
overwegende, dat ingevolge artikel 55 ter, lid 2, van de Lager-onderwijswet
1920 voorlopig vastgesteld moet worden:
1. het totaal van de uitgaven welke de gemeente in 1973, 1974, 1975, 1976 en
1977 werkelijk heeft gedaan ter zake van de in artikel 55 bis van die wet
bedoelde kosten.
2. het totaal van de bedragen welke overeenkomstig artikel 55 bis per leerling
zijn beschikbaar gesteld over de voormelde kalenderjaren;
3. indien het onder 1. bedoelde bedrag dat onder 2. overschrijdt, het bedrag
per leerling van de overschrijding;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 februari 1980;
gelet op de Lager-onderwijswet 1920;
BESLUIT:
a. het totaal van de werkelijke uitgaven voor het openbaar lager onderwijs en
van de beschikbaar gestelde bedragen over de jaren 1973 t/m 1977 voorlopig
vast te stellen als volgt:
aar gemiddeld aan- bedrag bedoeld in bedrag bedoeld in art. 55 ter,lid 1,
tal leerlingen art. 55 ter, lid 1, sub a. sub b.
(art.55 quater)
973
574 67 1/3 16.812,44 16.480,07
80 22.518,49 21.516,—
76 89 26.871,72 28.168,50
977 83 29.409,31 28.867,40
taal 319 1/3 95.611,96 95.031,97
b. het bedrag van de overschrijding, bedoeld in artikel 55 ter, lid 1 onder c
voorlopig vast te stellen op 579,99.
c. het bedrag van de overschrijding per leerling voorlopig vast te stellen op
579,99 79 5/6 7,26.
Aldus besloten in de openbare vergadering
op 18'december 1979,
de raad voornoemd,