-11-
Hij is van mening dat, in principe alle aanbestedingen openbaar zijnde,
het de raad moet zijn, die in een voorkomend geval tijdig moet kunnen
besluiten of in het belang van de gemeente tot onderhandse aanbesteding moet
worden overgegaan.
Raadslid Schreinemachers zegt de gedachtengang van de voorgaande spreker
wel te kunnen volgen. Ze is in het verleden diverse keren aan de orde ge
weest. Aan de andere kant is hij van oordeel dat het aanbesteden van werken
een bijzonder moeilijke zaak is, waarin men weinig inzicht heeft.
Hij steunt het voorstel van het college in dien zin, dat de raad de nodige
voorlichting over deze materie moet krijgen vooraleer tot besluitvorming
over dit initiatiefvoorstel kan worden overgegaan.
Raadslid Braat zegt met de vorige spreker te kunnen meegaan, omdat het hier om
een serieus initiatief-voorstel gaat. Artikel 176 van de gemeentewet heeft,
zo zegt het initiatiefvoorstel, een imperatief karakter. Volgens spreker is dat
beslist niet het geval. Er wordt niet in bevolen, dat de aanbestedingen in het
algemeen in het openbaar moeten geschieden. Openbare aanbestedingen worden
praktisch niet meer gehouden; om allerlei redenen kan dat niet meer. Daarom
is men op onderhandse aanbesteding aangewezen. Men moet z.i. onderscheid maken
tussen onderhandse aanbestedingen, inzake woningwetbouw en premiehuurwoningen.
Daar moet immers voorde curveprijs worden gebouwd en hij kan zich goed voor
stellen dat het niet eenvoudig is om daarvoor meerdere aannemers te vinden,
zulks overigens in tegenstelling tot civieltechnische en cultuurtechnische
werken, waar hij het degelijk van belang vindt dat bij dergelijke werken in een
vroegtijdig stadium bepaald wordt hoe de aanbesteding er uit dient te zien.
Hij staat in het algemeen zeker niet negatief tegenover dit voorstel.
De voorzitter concludeert naar aanleiding van de opmerkingen dat de raad een
preadvies van het college verwacht. Dat zal te zijner tijd de raad bereiken.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten overeenkomstig het voorstel
van burgemeester en wethouders.
26. Rondvraag
Raadslid Biersma-Brounts vraagt of het college bereid is een telefoonaansluiting
te laten aanbrengen in het gymnastieklokaal aan de Groenstraat en zo ja, wanneer?
De noodzaak hiervan is aangetoond door een recent ongeval.
Raadslid Schreinemachers vraagt of er inmiddels al contact geweest is met de
bewoners van het Hoeveneind over de voorgenomen aanleg van fietspaden. Naar
hem ter ore is gekomen zou het zwembad Maria Rabboni weer voor de scholen open
gesteld worden op 1 maart a.s. Hedenavond nog heeft hij vernomen dat iedereen
dacht dat er begonnen kon worden, maar dat uit een toevallig contact tussen
de staven van de scholen en de beheerder van het zwembad gebleken was, dat er
helemaal niet gezwommen kan worden. Maandag a.s. hadden de scholen dus vergeefs
voor de poort van Maria Rabboni kunnen staan. Vorig jaar is er ook op het laatste
moment iets misgegaan.