-te
niet in te zien, dat de andere wethouder enig belang heeft bij het verstrekken
van de bouwvergunning, waar het hier cm gaat.
Niet de laatstgenoemde wethouder heeft een bouwvergunning gevraagd maar de echt
genoot van de eerst genoemde wethouder.
Er is dus besloten zeker met een geldig quorum. Er is niet over gestemd. Als
hier gestemd geweest zou zijn, zou men zich van sterrming onthouden hebben.
Over de rechtsgeldigheid van dat besluit mag men nauwelijks enige discussie hebben.
Men kan nooit staande houden dat het voornemen tot het verstrekken van een bouw
vergunning aan de heer Rienks wethouder van Beek enigszins zou aanbelangen.
De commissie planologische maatregelen is niet gehoord en heeft er dus geen
mening over. De commissie is niet gehoord omdat voor een verklaring van geen
bezwaar deze coirmissie nog nooit gehoord is. Een normale zaak behoeft geen bij
zondere aandacht te hebben en behoeft ook niet ter advisering aan de commissie
planologische maatregelen te worden voorgelegd.
Eenieder wordt in de gelegenheid gesteld om schriftelijk bezwaren in te dienen
binnen 14 dagen na de ter inzage legging. Dit staat ook weer duidelijk in
Allerlei. Worden er in die periode bezwaren ingediend, dan zal de raad gevraagd
worden om zijn mening over die bezwaren kenbaar te maken. Komen er geen bezwaren
binnen, dan gaat de verklaring van geen bezwaar over 2 a 3 weken aangevraagd
worden. Spreker gelooft niet, dat er verder nog iets bekend gemaakt moet worden.
Vervolgens leest de voorzitter een gedeelte van het verslag van het vragenhalf-
uur na de raadsvergadering van 31 januari j.l. voor. Hij herhaalt vervolgens,
dat er geen sprake is van een beleidswijziging en dat was de kern van de vraag van
de heer van Egmond. Indien tegen toepassing van artikel 19 bezwaren worden inge
diend, beslissen Gedeputeerde Staten of de raad over die bezwaren al dan niet
gehoord zal worden.
Aan het adres van raadslid de Jong zegt de voorzitter dat hij overde gasvoor-
ziening aan het Hoeveneind schriftelijk zal worden ingelicht. Dat kan dan in de
volgende raadsvergadering mede onderwerp van discussie zijn.
Voorts merkt spreker op, dat de toepassing van artikel 19 geen betrekking heeft
op het bestemmingsplan "Buitengebied" maar op het bestemmingsplan Gouwen II
1968/'70.
Raadslid Biersma-Brounts merkt op, dat de voorzitter in de laatste raadsvergadering
gesproken heeft over het bestemmingsplan "Buitengebied".
De voorzitter antwoordt hierop, dat dit dan een vergissing zijnerzijds is geweest.
Daar heeft men nu duidelijk een van de bezwaren van een mondelinge rondvraag.
Spreker is dan ook voornemens om, indien de raad niet van de rondvraag af wil,
het college te adviseren in de rondvraag niet meer te antwoorden.
Een woord, dat hij in de vorige vergadering bij vergissing gebezigd heeft, wordt
nu tegen hem gebruikt. Daarom kan er maar beter niet meer onmiddellijk geantwoord
worden.