-15-
-13-
antwoorden haar stuk voor stuk bekend kunnen zijn, als zij de moeite
had gencmen even te informeren) de geruchten voedt onder het voorwendsel
ze te ontzenuwen, dat vinden wij een uiterst kwalijke zaak.
Het belang van de ganeente kan hiermee onmogelijk gediend zijn. Wat dan
wel? De vraag ligt open.
Een tweede punt:
Openheid en duidelijkheid zijn twee paarden die voor de PvdA-kar
gespannen zijn. Dat is alom bekend.
Maar diezelfde partij roept hier een mist van onduidelijkheid op met haar
suggererende vragen naar de gang van zaken binnen het college!
Waarom heeft die partij het lef niet om te zéggen wat ze bedoelt? Cm later
te kunnen beweren dat ze dat niet bedoeld heeft: te zeggen dat er naar
hun mening binnen dit college ontoelaatbare handelingen worden verricht
die in strijd zijn met de eens afgelegde eed en die door de voorzitter
gemakshalve maar niet worden opgemerkt.
Nee, dat zegt de PvdA niet, maar dat suggereert ze wel en dat is véél
erger! Een vraag dient zo helder gesteld te worden dat over de bedoeling
ervan zelfs geen diskussie moet kunnen ontstaan. Zo zorgvuldig moet je
dan maar formuleren als raadslid, zeker als je zegt dat je duidelijkheid
wilt verschaffen.
En als wij dan in het bezwaarschrift een soortgelijk verhaal lezen onder
punt 6, dan is die overeenkomst wel erg opmerkelijk en dringt zich teméër
de vraag op: Wat is de bedoeling van deze "verdachtmakingen"?
Het klinkt erg hard allemaal, maar dit is wel het beeld dat je ziet als
je de sluier wegtrekt. En dat is allesbehalve fraai. Behalve dat is het
triest
Hierna spreektraadslid Braat als volgt:
Voorzitter, hoewel ik vind dat aan gewone zaken niet te veel aandacht
besteed moet worden, omdat juist dan de indruk wordt gewekt dat ze niet
gewoon meer zijn, zie ik mij toch genoodzaakt t.a.v. dit agendapunt
enkele opmerkingen te maken.
Allereerst moet het mij van het hart dat ik allerminst gelukkig ben met
dit agendapunt. Nogmaals, een gewone zaak, die -in tegenstelling tot wat U
in de vorige vergadering zei- op dit moment geen raadsoordeel verlangt,
althans als ik de circulaire van de Provincie d.d. 17 december 1979, die
handelt over anticipatieprocedures, goed bestudeerd heb.