-17-
bezwaarschriftenprocedure en afgifte van een verklaring van geen
bezwaar door de provincie, laat niet de minste twijfel bestaan over
de uiterste zorgvuldigheid die het college heeft betracht.
Ik acht het niet noodzakelijk hierin roomser te zijn dan de Paus!
De voorzitter merkt op dat raadslid Biersma-Brounts in de rondvraag
van de laatste raadsvergadering het voltallige college en hem persoonlijk
heel duidelijk heeft gegriefd.
Tot raadslid Braat zegt hij dat het eenieder vrij staat om bezwaar
schriften in te dienen. Hij zal dan ook de laatste zijn om dat recht te
betwisten.
Hij zegt vervolgens dat hij als voorzitter van de raad te maken heeft
met de raad en als mensen menen, dat zij het beter weten dan de raad
dan dienen zij een bezwaarschrift in. Dat recht hebben zij
Het antwoord kende men al voordat men de vragen formuleerde. Laat er
echter niet de indruk gewekt worden dat er vanuit de raad op wie dan
ook enige druk uitgeoefend zou worden in de geest van: gij moet maar
geen bezwaarschrift indienen. De procedure is er en biedt rechtswaarborg
en die rechtswaarborg is iets wat hij als voorzitter ook de raad moet
voorhouden. Hij is er overigens van overtuigd dat de gehele raad het
hiermee eens is. Iedereen is vrij, binnen een aantal grenzen, om te
schrijven van hij wil.
Paadwlid Biersma-Brounts zegt te menen dat het haar eigen verantwoorde
lijkheid is als raadslid om vragen te stellen, die zij belangrijk acht
en dat zij daar ook alle recht toe heeft. Wanneer er iemand is die
daardoor erg gegriefd is, dan vindt zij dat vervelend, maar zo zegt zij,
er zullen hier wel meer dingen gezegd worden, die grievend overkomen.
Zij voelt zich ook vaak gegriefd op deze plaats.
Zij is blij, dat de voorzitter zojuist heeft gezegd, dat iedere burger
het recht heeft een bezwaarschrift in te dienen. Het lijkt haar alleen
maar logisch.
Raadslid Braat zegt in tweede termijn, dat het geenszins zijn bedoeling
is geweest te betogen, dat de burger geen recht zou hebben een bezwaar
schrift in te dienen. Dat is absoluut niet in discussie geweest. Hij
meent toch dat hij zeer zorgvuldig had geformuleerd. Hij heeft alleen
willen aangeven dat het hier in feite cm een procedure-kwestie gaat, en
dat het hem daarom liever ware geweest, wanneer over dit punt door
reclamanten met de voorzitter was gediscussieerd. Hij heeft in geen enkel