-18- opzicht het recht van eenieder om bezwaarschriften in te dienen, discutabel willen stellen. De voorzitter zegt aan het adres van raadslid Biersma-Brounts dat, wanneer hij verklaart dat het college zich gegriefd voelt door uit latingen van de raad, zulks dan vrijwel het enige is dat ten aanzien van een raadslid uitgesproken kan worden. U weet, zo vervolgt hij, dat u door de wet beschermd bent en dat u voor datgene wat u in de vergadering van de raad zegt, hetgeen overigens een goede zaak is, niet vervolgd kunt worden. Daardoor heeft u de mogelijkheid om alles aan de orde te stellen in de raad zoals u dat wenst. Uiting geven aan gegriefd zijn is het uiterste middel dat het college heeft en ik hecht daar betekenis aan. Of een raadslid daar enige consequentie aan wil verbinden, bijv. door zich nader te verklaren over hetgeen het gezegd heeft, dat moet dat raadslid weten. Hierna verwijst spreker naar pagina 12 van de notulen van de laatste raadsvergadering, waar raadslid Biersma-Brounts vraagt: "Hoe zit dat nou met het quorum van het college en hoe heeft het college dat gedaan" etc. Daarmee wordt op datzelfde moment de vraag aan de orde gesteld: "College, hebt u, toen u dit besloot, wel zorgvuldig gehandeld?" Daarmee, dit zo zeggende, geeft zij ten aanzien van de wethouders, in wie zij als raadslid vertrouwen heeft, te kennen dat zij die wethouders niet vertrouwt op dat moment. Ten opzichte van de voorzitter is dat vertrouwen nooit uitgesproken kunnen worden. Het is immers een benoemde voorzitter en dat is een heel goede zaak. Maar als er tegen de voorzitter gezegd wordt: "In uw functie als voorzitter moet u zorgen dat er ook eens een keer goed besloten wordt en dat doet u niet" en dat zegt raadslid Biersma-Brounts, dan moet zij weten, dat het college dit zeer grievend vindt. 15. Rondvraag Raadslid Joosen vraagt wanneer het door hem ingediende initiatiefvoorstel door de raad behandeld zal gaan worden. Raadslid De Jong zegt dat er vorig jaar in september bij de ingekomen stukken een brief was van het Waterschap De Hoge en Lage Vugt, betreffende het tot stand kcmen van een onderhoudsfondsDe raad heeft deze brief ter behandeling in handen van het college gesteld ter voorbereiding van een raadsstandpunt. Hoever is het college daarmee gevorderd? In het antwoord van het college inzake de gasvoorziening aan het Hoeveneind heeft hij geconstateerd, dat er geen voorstel gaat komen tot het verlenen van een bijdrage.In de gemeente Chaarn zal net gehele buitengebied op het gasleidingnet worden aangesloten. De eigen bijdrage is bepaald op 170,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 39