Zij vindt dat haar wens om meer greep te krijgen op en meer inzicht
in dergelijke situaties niet te veel gevraagd is.
Bij de aanbesteding van het Kerkeind, le fase, hoorde de raad plotseling hoe een
en ander ging gebeuren. Zijn fractie heeft hier fel tegen gereageerd, maar toen
werd haar de vraag gesteld: "Zoudt u graag willen dat de sociale woningbouw de
dupe wordt?". Daarmee werd de gehele raad voor het blok gezet. Er is immers geen
enkel raadslid, dat een vertraging van de sociale woningbouw voor zijn verant
woording durft te nemen. Toen heeft de voorzitter ook geschermd met de woorden,
dat het een besmet werk zou zijn als er andere aannemers zouden komen. Achteraf
is gebleken, dat dit helemaal niet het geval is, maar dan moet de raad toch
beslissen. Ook spreker heeft mee beslist dat toch de aanbesteding door moest gaan.
Dat is toch wel erg pijnlijk.
Als er nu werkelijk grote aannemers zijn en er zijn grote werken, is het dan zo
erg dat op een gegeven mement de raadsleden daarover van gedachten wisselen.
Hij is het met het college eens dat het een moeilijke zaak is, zowel voor het
college als voor de raad, maar de raad mag niet plotseling voor een voldongen
feit komen te staan.
Ook hij heeft niet direct een voorkeur voor openbare aanbestedingmaar hij wil
wel zo tijdig geinformeerd worden, dat hij tot een verantwoorde besluitvorming
kan komen. Aangezien de raadsleden Biersma-Brounts en van Rijckevorsel niet
aanwezig zijn vraagt spreker dit initiatiefvoorstel te verschuiven naar de
volgende vergadering.
Raadslid Schreinemachers heeft er eigenlijk geen behoefte aan cm iets over het
initiatiefvoorstel te zeggen, maar aangezien zijn fractiegenoot, die thans niet
aanwezig is behoort tot de medeondertekenaars van het voorstel moet hij er
toch iets over zeggen.
Het systeem van aanbesteding zoals dit in het verleden gehanteerd is noopt
niet tot een verandering.Hij meent ook dat uit de uitvoerige notitie, die
voorgelegd is, heel duidelijk naar voren komt dat aan de wijze waarop tot nu
toe gewerkt istoch wel grote voordelen verbonden zijn.
Dat kan men ook duidelijk lezen in de brief van het Ingenieursbureau van Kleef.
Hij kan zich dan ook aansluiten bij het voorstel van het college cm het
initiatiefvoorstel van de fractie Joosen hoe terecht dat misschien vanuit haar
standpunt dan ook is niet te honoreren.
Uit het betoog van raadslid Joosen is er toch wel een belangrijk punt naar voren
gekomen, namelijk het contact tussen het college en de raad. Over het algemeen,
zo betoogde hij, is het zo dat, als er projecten aan de orde komen, de raad
dit eerst hoort als de zaak al helemaal rond is.
Raadslid Joosenbedoelt hiermee te zeggen, dat men als raadslid mee wil denken,
wellicht hier of daar een aanwijzing wil geven of een geluid uit de achterban