- 2 - dat het geen argument voor voortzetting van de subsidiëring kan zijn, dat op de meeste scholen voor lager onderwijs, die overigens niet nader worden aangeduid, nog steeds differentiatie-onderzoek in de zesde klas wordt verricht; dat gebeleken is, dat geen van de in de gemeente Teteringen gevestigde onderwijsinstituten geporteerd zijn voor voortzetting van klassikaal uitge voerde psychologische tests; dat in die gevallen, waarin discrepantie bestaat tussen het advies van het hoofd van de school en de uitslag van de CITO-toets en in andere twijfel gevallen medewerking zal werden verleend aan het afleggen van een individuele test, in de kosten waarvan van gemeentewege gesubsidieerd zal worden; mede gezien het proces-verbaal van de hoorzitting, in het kader van de Verordening inzake de/Lenanteling van bezwaarschriften ingevolge de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen, gehouden op 6 mei 1980, en het voorstel van burgemeester en wethouders dd. 19 mei 1980; overwegende tenslotte, dat voorts geen nieuwe feiten of omstandigheden bekend zijn geworden, die bij heroverweging leiden tot herziening van zijn besluit vein 28 februari 1980; BESLUIT: het bezwaarschrift dd. 26 maart 1980 van de Stichting Noord-Brabant voor School-en Beroepskeuze, voornoemd, tegen zijn besluit van 28 februari 1980 tot intrekking van het subsidie ten behoeve van die Stichting ongegrond te verklaren. Aldus gedaan ter openbare raadsvergadering van 29 mei 1980.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 16