5
c. goedkeuring van de 3e en 18e t/m 21e wijziging van de begroting 1980
van de algemene dienst;
d. goedkeuring van de 2e wijziging van de begroting 1980 van het
gemeentelijk grondbedrijf.
II. diversen:
a. brief van de heer F.Künen inzake ontslagname als lid van de
sportadviescommissie
b. controle-rapporten van het Verificatiebureau inzake de controle
van de financiële administratie in het eerste kwartaal 1980;
c. jaarverslag 1979 van de Streekarchivarissen van het Streek-
archivariaat in de Kring Oosterhout;
d. evaluatienota bijzonder onderzoek sociale wetgeving;
e. introduktie van het maandblad "Spil" door Stichting Uitgeverij
Manifest te Ruurlo;
f. samenvatting rapport van de Raad voor Onroerende Zaken over
maatregelen tegen de verkoop van huurwoningen;
g. voorlichtingsnurnmers 54 en 55 van het Stadsgewest Breda;
h. "Geknipt voor het raadslid", nunmers 10 en 11.
Raadslid Joosen zegt in verband met het ingekomen stuk sub I onder a dat
er een bezwaarschrift ingediend is en dat hierover nog geen uitspraak gedaan is.
Was het niet correcter geweest eerst die uitspraak af te wachten.
De voorzitter antwoordt hierop dat Gedeputeerde Staten goedgekeurd hebben het
besluit dat door de raad genomen werd tot vaststelling van het bestemmingsplan
"Hoeveneind 1978".
Raadslid van Geffen zegt dat zijn fractie het jammer vindt, dat de heer Künen
ontslag neemt als lid van de sportadviescommissie. De heer Künen is vele jaren
een accuraat lid van deze commissie geweest, waarin hij zijn mening zeer
duidelijk en onomwonden te kennen gaf. Dat hij terzake deskundig was en zich voor
de vergaderingen goed voorbereidde blijkt wel uit de verslagen van die verga
deringen. Het is dan ook jammer dat voor hem de openbaarheid van de vergaderingen
zo'n bezwaar met zich meebrengt dat hij, consequent als hij is, aan een eerder
ingenomen standpunt in dezen vasthoudt en dat hij daarom van zijn lidmaatschap
afstand wil doen.
Zijn fractie betreurt dit zeer want de heer Künen was een goede kracht.
De voorzitter zegt dat hij het eveneens jammer vindt dat de heer Künen ontslag
neemt, doch de motieven waarom hij niet langer lid wil blijven acht spreker
heel begrijpelijk.
Hierna worden de ingekomen stukken voor kennisgeving aangenomen met uitzondering
van de brief sub II a, die behandeld zal worden zoals is voorgesteld.