6 5. Voorstel tot het aankopen van grond. Raadslid Joosen vindt deze aankoop een goede zaak. De vrees blijft echter bestaan dat, als er straks onderhandeld moet worden over grond die eigendom is van bedrijven de prijzen de pan uit zullen rijzen en dat op een gegeven moment de sociale woningbouw toch wel de dupe zal gaan worden. De voorzitter zegt dat bepaling van de hoogte van grondprijzen altijd een zorgelijke zaak is.De prijs, die uiteindelijk overeengekomen is, is in goed overleg met de taxateur als redelijk bevonden. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders. 6. Voorstel tot het verkopen van grond. Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders. 7. Voorstel tot wijziging van de financiële arbeidsvoorwaarden van het personeel in dienst van de gemeente. Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders. 8. Voorstel tot onteigening van gronden gelegen in het bestemmingsplan "Het Kerkeind". Raadslid Vossenaar-Blokdijk vindt de opzet van dit onteigeningsplan vólkernen duidelijk. Het zal de gemeente zonodig t.z.t. de instrumenten bieden om gronden te verwerven, die niet langs de gebruikelijke weg door onderhandeling verworven kunnen worden. Zij zegt dit met opzet zo voorzichtig omdat zij uit diverse reacties van betrokkenen heeft begrepen, dat zij veronderstellen dat de onteige ning zo ongeveer voor de deur staat en dat de weg van de minnelijke schikking zo niet afgesloten dan toch wel erg smal geworden is. Gelukkig dat op dit punt hun ongerustheid volledig wordt weggenomen omdat als het goed is dit onteigenings plan zelfs nooit gebruikt zal hoeven te worden. Zo heeft zij de toelichting tenminste begrepen. In dat licht is het vanzelfsprekend zeer verstandig dat men als gemeente de zaken op tijd regelt. Komt de nood aan de man dan is de redding nabij en kan men verder uit de voeten met de realisering van het bestemmingsplan. Een andere zaak is dat de beide reclamanten tegen dit plan zich in hun persoonlijke eer aangetast voelen door de formuleringen in het praeadvies. Respectievelijk in het geval van de heer Akkermans zouden er onderhandelingen gevoerd zijn, die niet tot resultaat hebben geleid en in het geval van de heer Biemans dat een overeenkomst op minnelijke basis nabij is. Beide heren zeggen namelijk dat hun van serieuze onderhandelingen niets bekend is en nu komt deze formulering zö over, zeker voor wat het eerste geval betreft, alsof men niet tot redelijk overleg bereid zou zijn en dat is beslist niet het geval.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 35