7
Dan moeten zij dit ook nog eens lezen in een uittreksel van het praeadvies
dat als aankondiging in de krant staat. Met name de heer Akkermans heeft er moeite
mee om op deze manier in het nieuws te komen en dat is alleszins begrijpelijk.
Wat is er nu precies aan de hand? Navraag bij betrokkenen en hun adviseurs
alsmede bij de gemeentelijke instanties licht voor ons de sluier op. Als men het
probleem tot zijn ware proporties terugbrengt dan blijkt het niet groter te zijn
dan voor wat de heer Akkermans betreft de definitie van het begrip "onderhandelen1.1
Er is wel degelijk contact geweest tussen de adviseurs van de gemeente en de
heer Akkermans.
In het voorjaar zijn deze contacten verbroken omdat partijen elkaar in eerste
instantie niet konden vinden. Juridisch is er dus wel onderhandeld.
Voor het gevoel van de reclamant zijn het echter geen onderhandelingen cmdat er
alleen maar sprake was van bod en tegenbod en omdat de partijen geen verdere
stappen ondernomen hebben om tot elkaar te komen, waarbij het de beurt van de
gemeente was om de eerste pas te zetten. Men ziet nu hoe gevoelig deze zaak ligt.
In het geval van de heer Biemans blijken nog geen feitelijke gesprekken te hebben
plaats gevonden en daarom is de formulering toch wel wat voorbarig.
Het gaat dus in feite om details van details, maar er zijn toch wel twee inwoners
even in paniek gebracht.
Dat is jammer en ook onnodig.
Het zou het gemeentebestuur ongerust moeten maken, dat deze heren niet spoorslags
naar het gemeentehuis zijn gereden om hier hun zorgen op tafel te leggen, maar dat
zij deze toch wel omslachtige weg via gemeente-raadsleden hebben willen kiezen.
Verwachten zij geen helder en duidelijk antwoord op Hoeveneind 3? Dat moet
onze zorg zijn; een optimaal contact tussen burger en zijn bestuur; duidelijke
antwoorden op concrete vragen; zorgvuldige afweging van formulering met respect
voor de gevoeligheden van de burger; goede voorlichting, ook over zaken, die van
zelfsprekend lijken, maar voor velen toch versluierd blijven in ambtelijke taal.
Dat is de basis van vertrouwen van de burger in zijn bestuur. Spreekster trekt
dan ook de volgende conclusies:
a. Het onteigeningsplan is goed en verstandig;
b. de bezwaarschriften zijn op een aantal terechte punten ongegrond verklaard;
c. de formulering van de ongegrond-verklaring laat, voor wat betreft één punt
aan zorgvuldigheid te wensen over en dient aangepast te worden met het oog
op de persoonlijke gevoeligheden van de reclamanten, al moet ze formeel
als juist worden aangemerkt. Zij verzoekt tenslotte het college haast te
maken met de feitelijke onderhandelingen zodat de huidige grondeigenaren
op korte termijn weten waar zij aan toe zijn.