10
dan kan een antwoord zijnerzijds nauwelijks enig vertrouwen bij hem
inboezemen en hij heeft er dan ook geen zin in om op dat soort kretologie
in te gaan.
Raadslid Vossenaar-Blokdijk zegt in tweede termijn nogmaals, dat haar fractie
er van overtuigd is dat zij hier met een goede zaak te doen heeft. Gemeentelijk
belang vereist dat het bestemmingsplan voortgang kan vinden en op grond daarvan
is het zonder meer noodzaak om een dergelijk onteigeningsplan tijdig op
tafel te leggen.
Raadslid Joosen meent dat de voorzitter hem niet goed begrepen heeft met
betrekking tot zijn vraag over publicatie in de Nederlandse Staatscourant.Hij
heeft alleen gezegd, dat er twijfel bestond of die publicatie heeft plaats
gevonden.
Nu de voorzitter zojuist heeft bekend dat er met de heer Biemans nog geen
onderhandelingen zijn gevoerd, kan de voorzitter hem niet kwalijk nemen, dat
hij niet alles gelooft, wat er in dit voorstel staat.
Als betrokkenen in de krant moeten lezen, dat het college geen minnelijke
overeenstemming heeft kunnen bereiken, terwijl er nog geen persoonlijk gesprek
heeft plaats gevonden, dan vindt hij dat diep treurig.
Hij stelt dan ook voor dit voorstel te verdagen en vraagt daarover stemming.
Raadslid de Jong vindt het eveneens vreemd dat er nooit onderhandelingen zijn
geweest. Hij vindt het jammer dat er op het rapport van reclamant geen reactie
van de gemeente is gekomen.
Voordat de goedkeuring van de Kroon er is, komt er nog een hoorzitting.
De voorzitter zegt, dat zulks niet het geval is.
Raadslid de Jong zegt vervolgens, dat de gemeente toch wel tot onderhandelen
verplicht is.
De voorzitter zegt dat de raad het onteigeningsplan vaststelt. Dat geeft de
mogelijkheid om, als men door onderhandelen niet tot aankoop kan komen, tot
onteigening over te gaan. Voorwaarde voor onteigening is, dat er onderhandelingen
gevoerd zijn.
Raadslid de Jong zegt wel accoord te willen gaan met dit voorstel onder voor
waarde dat er dit jaar een serieuze onderhandeling plaats vindt met betrokkenen.
De voorzitter zegt aan het adres van raadslid Joosen, dat in 1976 het be
stemmingsplan "Kerkeind" door de raad werd vastgesteld. Dat hield in dat een
aantal bedrijven grond kwijt zouden raken. Dit moet nu uitgevoerd worden.
Dit kan gebeuren door de grond te kopen. Als de gemeente deze grond niet kan
kopen, dan zal uiteindelijk tot onteigening overgegaan moeten worden.
Raadslid Joosen zegt geen bezwaar te hebben tegen een dergelijk voorstel maar
er moet eerst een gesprek plaats vinden met reclamanten en wel vóór de eerst
volgende vergadering.