GEMEENTE 9TETERINGEN
Verslag van het vragenhalfuur, gehouden na de raadsvergadering van 3 juli 1980.
De heer Th.Maes vraagt of de slootskanten niet meer uitgemaaid worden.
In het verleden werd dit altijd gedaan maar sinds twee jaren gebeurt het
niet meer.
Wethouder van Beek antwoordt hierop, dat het uitmaaien van sloten erg duur
zou worden.
De openbare waterlopen worden natuurlijk wel schoongemaakt, maar alle
bermsloten opschonen is onmogelijk.
De heer Th.Maes vindt het toch nodig dat distels, brandnetels e.d. door de
gemeente verwijderd worden. Dat gebeurde vroeger ook.
Mej.M.Toonders zegt, dat in 1976 het bestemmingsplan "Het Kerkeind" werd vastgesteld.
Zij begrijpt niet, waarom er nu pas onderhandeld wordt.Dat had al veel eerder gekund.
De burgemeester zegt, dat er tijdig is en wordt onderhandeld. De tweede fase
van het bestemmingsplan, waarin het onteigeningsplan gelegen is, is pas van
kracht geworden op 27 juni j.l. Eerst vanaf deze datum kan dit gedeelte van het
bestemmingsplan tot ontwikkeling gebracht worden. Dit kan bij iedere belanghebbende
bekend zijn.
Mej.Toonders zegt vervolgens dat ook zij vindt, dat het persoonlijk belang moet
wijken voor het algemene belang. Maar de burger moet wel tijdig weten waar hij
aan toe is en dat is hij in de huidige situatie niet.
De burgemeester zegt, dat na vaststelling van het bestemmingsplan de bestemmingen
ter plaatse niet meer zijn gewijzigd. Vanaf de vaststelling van dat plan kon iedere
belanghebbende weten, wat er zou gaan gebeuren. In het bestemmingsplan is bovendien
aangegeven, in welke perioden de diverse fasen in uitvoering genomen zouden worden.
De heer Th.Maes vraagt, waarom het onteigeningsplan niet eerder bij de raad ter
tafel is gebracht. Waarom nu pas, nu er bezwaarschriften zijn ingediend?
De burgemeester zegt, dat het onteigeningsplan niet ter vaststelling aan de raad is
aangeboden omdat er bezwaarschriften zijn ingediend. Integendeel; er zijn bezwaar
schriften ingediend, omdat er een onteigeningsplan ter vaststelling aan de raad
zou worden aangeboden.
De heer Maes zegt vervolgens, dat het bestemmingsplan te laat op gang gekomen is.
Dat ligt niet aan degenen, die indertijd bezwaarschriften hebben ingediend, want
die richtten zich alleen tegen de derde fase. Tegen de eerste en tweede fase
varen er geen bezwaren.