- le
vari de criteria, niet om een verruiming.
Naar aanleiding van de bezorgdheid van raadslid Joosen, zegt hij dat
er formeel geen aanbiedingen zijn gedaan. Er zijn gesprekken gevoerd
met de gegadigden, waarbij ook de financiële zijde is besproken. Sinds
vorige week woensdag is er een totaal-prijs. Daarvan worden de gegadigden
spoedig op de hoogte gesteld via een informatieboekje, dat thans samen
gesteld wordt. Voor zover spreker bekend is er, op één uitzondering na,
niemand afgevallen omdat hij niet het perceel zou kunnen krijgen, dat
hij wenste.
Het ABC-contract houdt i.e. in, dat het gemeentebestuur zal bepalen aan
wie het architectenbureau de bouwpercelen mag doorverkopen. Overigens:
uiteraard kan niemand gedwongen worden om tot aankoop van een bouwperceel
over te gaan.
Raadslid Vossenaar-Blokdijk zegt in derde termijn dat zij toch moeite
heeft met een gedeelte van dit betoog. De voorzitter zegt: het college
wijzigt de criteria niet, daar heeft het geen behoefte aan, het laat ze
volledig in stand, maar intussen worden ze wel losgelaten als het zo van
pas komt. Daarmee wordt een precedent geschapen. Stel dat van de 20
candidaten, die nu op deze lijst staan en waaraan haar fractie overigens
niet wil tornen, er 15 zijn die uiteindelijk kopen en 5 niet. De gemeente
zal dan 5 nieuwe candidaten moeten aanwijzen. Wat dan? Gaat het college
dan weer de criteria langs, uiteindelijk constaterend dat er binnen die
criteria geen belangstelling bestaat en dan voor die vijf percelen weer
om de criteria heen?
Zij vindt dit griezelig. Zij blijft daarom verzoeken om de raad daarover
tijdig te raadplegen.
Raadslid Braat sluit zich volkomen aan bij de vorige spreekster.
Men moet zich goed realiseren, dat het procedureel onjuist is, wat er
voorgesteld wordt. Waarschijnlijk is de situatie zo geweest: het
college kwam er niet precies uit, maar wil toch die 20 woningen laten
bouwen. Daarom moet van de criteria afgeweken worden. Dat moet het
college echter aan de raad vragen, ook voor dit incidentele geval. De
voorzitter zegt, dat het college niet van plan is om de criteria voor
dit incidentele geval uitieen oogpunt van efficiency te wijzigen. Hij
kan zich dit wel voorstellen, maar daar is besluitvorming van de raad
voor nodig. Pas daarna kan een prae-advies als het onderhavige bij de
raad ter tafel komen. Hij zou zich in die procedure wel kunnen vinden,
ofschoon hij ook dan vermoedelijk wel wat critische vragen te stellen
zou hebben.
Er zit echter nog een ander aspect aan de zaak. Hij heeft dit al twee
maal meegemaakt. Het vaststellen van criteria is een uitermate moeilijke