GEMEENTE TETERINGEN
Raadsvergadering 25 september 1980 Agendanr. 5
Voorstel tot vaststelling van een "Verordening op de openbaarheid van
bestuur gemeente Teteringen"
Aan de raad, Teteringen, 16 september 1980
Met ingang vein 1 mei j1is in werking getreden de Wet Openbaarheid van
Bestuur. Deze wet is ook van toepassing op de bestuursorganen van de ge
meente en schept een nieuwe plicht om informatie te verschaffen.
Uiteraard zijn de gemeentebesturen al lang vertrouwd met het verstrekken
van informatie. Het heeft dan ook niet in de bedoeling van de wetgever
gelegen om door het scheppen van een wettelijke informatieplicht aan de
vele gehanteerde niet-wettelijke verplichta wijzen van informatiever
strekking een einde te maken.
De wet betekent vooral een wat meer gestructureerde regeling van de
informatieverstrekking
De drie belangrijke elementen van de Wet openbaarheid van bestuur zijn:
1. de plicht van de overheid tot het verschaffen van informatie op
verzoek (de zgn. passieve informatieplicht)waarmee tegelijk een
nieuw recht is ingevoerd, t.w. het recht op informatie;
2. de plicht van de overheid tot het uit eigen beweging verschaffen van
informatie (de zgn. aktieve informatieplicht)
3. de plicht van de overheid tot het openbaar maken van adviezen die aan
haar zijn uitgebracht door niet-ambtelijke adviescommissies
ad 1. De hier bedoelde informatie betreft gegevens die zijn neergelegd
in overheidsdocumenten, waarbij - voor de gemeente - als "documents
moeten worden beschouwd:
schriftelijke stukken e.d.die berusten bij de gemeentelijke
bestuursorganen en bij de gemeentelijke instellingen en diensten
(zoals de gemeentesecretarie, de dienst gemeentewerken, e.d.).
Een bestuursorgaan tot wie een verzoek om informatie wordt gericht
is in de regel verplicht dit in te willigen. De wet kent wel uit
zonderingen op deze regel.
Zo bevat artikel 4 van de wet algemene uitzonderingsgronden, zoals
- gevaar voor de veiligheid van de staat;
- bedrijfs- en fabricagegegevens die vertrouwelijk aan de overheid
zijn medegedeeld;