- 9 -
burgemeester en wethouders in bijzondere gevallen de toewijzing van
bouwgrond kunnen bevorderen in afwijking van het vorenstaande. Zij zijn
bevoegd zich terzake te doen adviseren door een of meer onafhankelijke
deskundigen. Van toepassing van deze bepalingen geven zij zo spoedig
mogelijk zo nodig tijdens een besloten vergadering kennis aan de raad.
En dat laatste "zo spoedig mogelijk" dat is dan weer een factor tijd.
Wanneer is het aan het college bekend geworden dat er 3 candidaten waren
die buiten de criteria vielen? Wanneer had het college de raad daarover
kunnen inlichten?
Raadslid Vossenaar-Blokdijk zegt, dat haar betoog wat anders gekleurd
zal zijn. Wat het door de voorzitter geciteerde uit de notulen van de
vorige vergadering betreft merkt zij op, dat zij namens haar fractie ook
heeft gezegd, dat zij die zich voor deelname aan het project van de twin
tig premiewoningen hebben aangemeld niet gedupeerd mogen worden door de
bouw op te houden; dat er voorrang gegeven zal,moeten worden aan de bouw
van alle woningen boven een star vasthouden aan de criteria; dat van dit
standpunt van haar fractie de raad reeds bij voorbaat op de hoogte mag
zijn; dat zij overigens wel vindt dat een en ander opnieuw ter bespreking
in de raad moet worden gebracht. Het kon dus al bij voorbaat duidelijk
zijn dat haar fractie zou zeggen: het bouwen van deze woningen is een
uitermate belangrijke zaak. Maar dit is nu de pijn, dat er verschil van
mening bestaat over het begrip: overleg. De fractie en wellicht de
gehele raad voelt zich enigszins overvallen door het voorstel van het
college om de lijst aan te vullen. Dat is wel begrijpelijk, want er zijn
binnen deze korte termijn geen alternatieven voorhanden. In een kort
tijdsbestek ziet zij niet zoveel Teteringse gegadigden komen opdagen,
waarvan gevonden kan worden dat zij terecht een beroep doen op deze
bouwgrond. Daar heeft aan de hand van een aantal voorbeelden haar fractie
uitvoerig over gesproken. Zij kwam daarbij tot de slotsom dat daar veel
meer tijd voor nodig is. Een gevoel van onbehagen en van onmacht mag
niet verhaald worden op hen, die wel willen bouwen. Vandaar dat haar
fractie toch voorstelt om los van welk project dan ook gezamenlijk over
deze zaak te beraadslagen. Het door de voorzitter ingenomen standpunt:
"komt tijd komt raad" deelt haar fractie niet helemaal. Want wanneer er
eerst beraadslaagd gaat worden als weer de nood aan de man komt, komt de
raad in dezelfde situatie terecht. Zij handhaaft derhalve haar verzoek
om op redelijk korte termijn te spreken over al dan niet verruimen van
de criteria. Het college wenst de criteria vooralsnog niet te verruimen.
De raad kan zich echter beter los van ieder concreet geval over deze
kwestie buigen, daarbij onderscheid makend tussen grondverkoop ten
behoeve van premiebouw en ten behoeve van de vrije-sectorbouw.