- 9 -
Bij de aanbesteding van de eerste fase van het Kerkeind is gesproken over
"besmet werk". Dat bleek achteraf helemaal niet waar te zijn. Het college
heeft onlangs uitgebreide informatie verstrekt over de diverse wijzen
van aanbesteding. Er is toen besloten dat er tijdig over gesproken zou worden.
Dat gebeurt nu weer niet. Dat behoort eerder te geschieden dan tijdens een
raadsvergadering. De Teteringse bedrijven hebben er recht op voor een
inschrijving te worden uitgenodigd. Dat zou wel eens tot een lagere prijs
kunnen leiden. Hij zal straks stemming over dit voorstel vragen.
Raadslid van Rijckevorsel van Kessel antwoordt hierop, dat hij nu geen
ander standpunt inneemt. Tijdens de vergadering van de commissie heeft hij
om een uiteenzetting gevraagd waarom het college gekomen is tot deze
regeling.
De voorzitter: En die werd u gegeven?
Raadslid Van Rijckevorsel van Kessel: Die werd mij gegeven.
De voorzitter: Daarna werd gevraagd of de leden akkoord gingen met het
voorstel van B. en W. Geen der leden verklaarde zich tegen dat voorstel
dus was iedereen akkoord.
Raadslid Van Rijckevorsel van Kessel: Zo ligt het niet helemaal.
De voorzitter: Zo was mijn conclusie. Als voorzitter van de commissie
Financiën ben ik er van overtuigd, dat er door geen der leden bezwaar
gemaakt is tegen dit voorstel. Daaruit leid ik af, dat de commissie het met
het voorstel eens is. Er is nadrukkelijk gesproken over de wijze van aanbe
steding. Ik moet dan ook concluderen, dat de heer Van Rijckevorsel van Kessel
van standpunt is veranderd of dat hij zich tijdens de commissievergadering
vergist heeft.
Raadslid Van Rijckevorsel van Kessel meent, dat de voorzitter hem verkeerd
begrepen heeft. Als het voorstel van B. W. vermeld had dat het plezieriger
geweest was als ook een Teterings bedrijf mee zou kunnen inschrijven, dan
was het anders overgekomen.
De voorzitter zegt dat over een en ander vruchtbaar verder gesproken kan
worden bij de vaststelling van de notulen van de Commissie Financiën.
Wethouder Van Beek zegt dat hij zich niet kan herinneren, dat hij datgene
gezegd heeft, wat de heer Joosen heeft voorgelezen.
Raadslid Joosen zegt dat hij slechts betoogd heeft, dat een wethouder van
openbare werken over de wijze van aanbesteding een en ander gezegd heeft.
De voorzitter zegt, dat er thans gestemd kan worden over het amendement
van de heer Joosen, dat gesteund wordt door de heer Van Rijckevorsel van
Kessel, behelzende het uitnodigen van meer aannemers.
Raadslid Joosen zegt dat hij hiermee Teteringse aannemers bedoelt.
De voorzitter; Wie zijn dat dan? Ik ken er geen.
Raadslid Joosen: De heer Van den Elshout, Bouwbedrijf Verwaters.
De voorzitter; Dus we spreken over het voorstel van B. W. of over een
besteding onder de twee genoemden.