-8- De voorzitter antwoordt hierop dat, voorzover hij weet, de Stichting nog niet op de hoogte is van de brief aan het ministerie. Op korte termijn zal zij hiervan in kennis gesteld worden. Hierna worden de ingekomen stukken voor kennisgeving aangenomen. 4. Voorstel tot vaststelling van een nieuwe Verordening Onroerend Goedbelas- tingen Raadslid Van Geffen zegt dat zijn fractie zich t.a.v. de wijze van verhoging van de Onroerend Goedbelastingen een duidelijk voorstander heeft getoond van een meer gefaseerde verhoging boven een sprongsgewijze verhoging. Er zijn een aantal indicaties, die ons voor houden, dat aan een verhoging niet is te ontkomen. Dit is dan ook de reden waarom zijn fractie met dit voorstel instemt. Zijn fractie vraagt zich echter wel af, waarom dit voor stel niet tegelijk met de meerjarenbegroting behandeld wordt. Raadslid Braat zegt dat hij reeds in 1977 heeft betoogd dat deze belasting geen sluitpost dient te worden van de begroting. Zij behoort dan ook niet te worden gebruikt als een sturingsmiddel. Op de ontwerp-begroting 1981 prijkt een post "onvoorzien" van 220.000,Hij ziet er dan ook de nood zaak niet van in om deze belasting thans te verhogen, taneer niet omdat de gemeente over een financieel solide positie beschikt. De sprong die men dan volgend jaar of misschien over twee jaar moet maken, zal dan wellicht wat harder aankomen. Dit echter kan hij niet goed overzien, omdat hij nog niet over de meerjarenbegroting beschikt. Zijn oordeel over dit voorstel zal hij opschorten tot het college hem heeft geantwoord. Raadslid Biersma-Brounts zegt verbaasd te zijn dat dit voorstel nu behandeld wordt. Zij had het juister gevonden als dit bij de begrotingsvergadering gebeurde. Zij vindt overigens dat het college een erg verhullend taalgebruik heeft. Het biedt een nieuwe verordening onroerend-goedbelastingen aan terwijl het gaat om een verhoging. Zij meent dat dit duidelijker had behoren te zijn. Raadslid Schreinemachers zegt dat hij eveneens veel moeite heeft met dit voorstel, mede gezien de financiële positie, zoals die blijkt uit de ont werp-begroting 1981, met daarnaast de te verwachten investeringen, die in 1981 gedaan zullen moeten worden. We wachten al wat langer op een meerjaren begroting. Op basis daarvan moet gesproken worden over besteding van de middelen. Zijn fractie vindt het dan ook onjuist om op dit moment tot belastingverhoging over te gaan gezien de vele lastenverzwaringen, waarmee de burgers in 1981 zullen worden geconfronteerd. Als de Rijksoverheid wil bezuinigen, dan moet ook de gemeente daaraan meewerken, en wellicht pas op de plaats maken. Zijn fractie staat niet achter dit voorstel. De voorzitter zegt dat hij het er mee eens is dat dit voorstel eigenlijk tegelijk met de meerjarenbegroting behandeld zou moeten worden. Die begroting is nog niet in het bezit van de raadsleden. Het college beschikt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 21