op dit moment over aanzienlijk meer informatie dan de raad met betrekking
tot de financiële situatie in de toekomst. Spreker is er van overtuigd
dat het meerjarenperspectief voor de komende jaren wijst op een steeds
verder groeiend tekort tot 1985. Bovendien verkrappen de rijksuitkeringen
aan de gemeenten steeds verder. Er is dus sprake van minder inkomsten
tegenover een toename van uitgaven.
Het voorstel wordt nu reeds gedaan cmdat de koninklijke goedkeuring op
een dergelijk besluit vóór 1 december moet worden gevraagd.
Aangezien de onroerend-goedbelastingen gedurende 3 jaren niet werden
verhoogd en mede gelet op de lasten die o.a. de uitvoering van het ver-
keersstructuurplan met zich meebrengen alsook de aanslag op de post
"onvoorzien" door diverse nog in 1980 genomen raadsbesluiten acht het
college de verhoging thans noodzakelijk.
Aan het adres van raadslid Biersma-Brounts zegt hij er niets van te
begrijpen dat het college een verhullend taalgebruik zou hebben.
Hij attendeert er op dat men niet alleen de kop van het voorstel moet lezen
maar kennis moet nemen van de gehele inhoud.
Raadslid Braat zegt in tweede termijn dat het voor hem als raadslid toch wel
moeilijk is om tot besluitvorming te komen vóór 1 december. Dat mag dan
pragmatisch zijn, het is ook onredelijk, temeer omdat hij nog helemaal geen
inzage heeft gehad in de meerjarenbegroting. Hij wil hierover toch nog wel
eens goed nadenken. Hij weet ook nog niet zeker of hij, gegeven de omstan
digheden, die hij in de eerste termijn heeft geschetst, dan toch niet iets
meer voelt voor de schok, die dan eventueel later moet komen. Dan is hij
het voor een gedeelte met raadslid Schreinemachers eens, dat men toch zal
moeten gaan bezuinigen en dat moet dan uit de lengte of uit de breedte komen.
Raadslid Schreinemachers zegt dat hij in feite niets nieuws gehoord heeft,
maar dat het hem steeds duidelijker is geworden dat hij een ontstellende
behoefte heeft aan een prioriteitenlijst. Als de voorzitter de besluiten
van de laatste twee maanden opnoemt en daarmee aangeeft dat de primitieve
begroting nog wijziging behoeft, dan is dat allemaal wel aardig, maar er
wordt al twee jaar lang gevraagd om een duidelijke prioriteitstelling zodat
een afweging kan plaatsvinden. Men is voortdurend bezig een opvulbeleid te
kweken.
De voorzitter antwoordt hierop, dat bij de meerjarenbegroting, die de raads
leden 8 december ontvangen, een voorstel voor prioriteitstelling is gevoegd.
Het is een zaak voor de raad om zich hierover uit te spreken. Het samenstel
len van een meerjarenbegroting is niet zo'n simpele zaak en er is gedurende
dit gehele jaar ambtelijk en ook bestuurlijk flink aan gewerkt. Na 8 december
kan daarover een discussie plaatsvinden.
Terecht zegt raadslid Braat, dat hij geen inzicht heeft omdat hij niet over