-33-
Uw Nota van Aanbieding nalopend wil ik mij beperken tot een enkele
opmerking
III. Openheid en openbaarheid van bestuur
Wij zijn tevreden over de openbare commissievergaderingen, in die zin,
dat nog niet gebleken is dat het openbaarzijn daarvan problemen heeft
opgeleverd. Dat de publieke belangstelling tot nu toe klein blijkt hoeft
m.i. niemand te verbazen. Wellicht moet dit groeien, terwijl ook valt te
verwachten dat commissies als die waarover we hier spreken steeds slechts
enkele zich bij het onderwerp betrokken voelende belangstellenden zullen
trekken.
De zin van een gemeentelijk jaarverslag menen we wel te kunnen inzien,
anderzijds vinden we dat er een goede afweging zal moeten plaatsvinden
tussen tijdsinvestering en wezenlijk nut. Er wordt al zoveel geschreven
maar hoevelen hebben er echt behoefte aan en gebruiken het gebodene
daadwerkelij k?
Het voorlichtingscentrum zien we jaarlijks in uw nota opduiken, maar wat
u zich daar nu precies van voorstelt in een kleine gemeente als de onze
is ons nog altijd niet geheel duidelijk. We hopen dat de bouwkundige aan
passing waarover u spreekt niet te kostbaar zal worden.
Bij informatie bestaan er twee partijen: de zender en de ontvanger. De zender
moet bereid zijn tot informatieverstrekking terwijl de ontvanger luister
bereidheid dient te hébben.
IV. Uw opmerkingen ten aanzien van het Stadsgewest kunnen we delen. Met name
een goede behandeling van de streekplanproblematiek stemde ons tot tevre
denheid. Dat was ten tijde van de Verstedelijkingsnota wel wat anders...
Personeel
T.a.v. het personeel constateren wij uit antwoorden van uw college op
raadsvragen dat er een tamelijk complexe werkorganisatie ten gemeentehuize
begint te ontstaan. Wij vragen ons wel af, in het kader van de sterk toe
nemende werkloosheid, of uw wensen tot verdere automatisering zoals die
in uw meerjarenplanning naar voren komen, wel een gelukkige keuze betekenen.
Dat overigens het steeds groeiende ambtenarenapparaat ook steeds hogere
eisen stelt aan degenen die het moeten leiden, hebben we al bij een
eerdere, feestelijke gelegenheid moeten constateren.