-71-
Raadslid Schreinemachers zegt, dat hij inderdaad telefonisch mede
gedeeld heeft, dat ook hij slechts één exemplaar van de Nota van
Aanbieding had ontvangen. Hij zelf had geen behoefte aan een tweede
exemplaarZou hij dat wel gehad hebben dan had hij er zeker om
gevraagd. Hij had het gevoel dat een en ander wat escaleerde en daarom
had hij er behoefte aan het college van zijn bevindingen in kennis
te stellen.
De voorzitter zegt dat datgene, wat beweerd wordt, bewezen moet
worden. Er mag geen omkering van de bewijslast plaatsvinden.
Raadslid Schreinemachers zegt te hopen, dat de voorzitter het hem niet
euvel duidt dat hij een en ander niet kan volgen. Inzake de informa
tieruimte zegt hijdat zijn fractie het gevoel heeft dat die niet
gaat functioneren. Waarschijnlijk zal de wens om zoveel mogelijk
burgers te bereiken, in dit gebouw niet haalbaar zijn. Zijn fractie
is van mening dat de bibliotheek in dit verband een zeer nuttige
functie zou kunnen vervullen. Waarschijnlijk zou in dit gebouw een
veel groter publiek bereikt worden. Wellicht wil het college hierover
eens zijn gedachten laten gaan. Inzake de beantwoording van brieven
zegt hij, dat het ook wel voorkomt, dat de beantwoording geruime
tijd in beslag neemt. Hij denkt dat het toch wel wenselijk is de
burger via een eenvoudig briefje te laten weten, dat hun zaak in
behandeling is.
Inzake het Verkeersstructuurplan is zijn fractie van oordeel, dat
uitvoering van dit plan wel eens grote problemen kan gaan opleveren
als niet tegelijkertijd de afwikkeling van het verkeer aan de noorde
lijke rondweg wordt aangepakt. De gemeente Breda heeft al zijn invoeg-
stroken op de rondweg onlangs verzwaard. Er is een belangrijk punt
blijven liggen, namelijk daar, waar het verkeer de rondweg op moet.
Zijn fractie is van mening, dat deze moeilijke situatie alle aan
dacht verdient.
Zijn fractie kan zich in de opvatting van raadslid Braat, dat er
meer deskundigheid betrokken dient te worden bij de uitvoering van
het Verkeersstructuurplan, heel goed vinden. Het gaat hier om een
uitermate belangrijke zaak en daarom moet de commissie uitermate goed
bemand zijn. Dat is geen motie ten aanzien van de Commissie Planolo
gische Maatregelen. Het vertrouwen van zijn fractie in de verkeers
technische begeleiding, hij heeft dat in het verleden ook al eens
gezegd, is niet zo heel erg groot. Een uitbreiding van deskundigheid
van de zijde van de gemeente lijkt gewenst. Inzake het Streekplan
West-Brabant merkt hij op, dat er ongetwijfeld gemeenten zijn die,
