-73- probleem van de Scouting. Raadslid Braat, die hierna het woord krijgt, zegt dat zijn collega raadslid Van Beek inzake de uitvoering van het Verkeersstructuurplan heeft betoogd, dat er nu niet meer getwijfeld moet worden. Het plan is immers vastgesteld. Er moet nu maar eens tot besluitvorming gekomen worden. Hij, spreker, betreurt het zeer, dat zijn suggestie om de commissie Planologische Maatregelen van meer deskundigheid te voorzien, door het college zo ver van zich afgeworpen wordt. We moeten, zo zei de voorzitter, geen kennis op kennis stapelen. Hij is echter van mening, dat de kennis geoptimaliseerd moet worden. Hij moet constateren dat, ondanks alle goede wil van de commissieleden, er behoefte bestaat aan meer deskundigheid. Bij een bepaalde werkwijze, die hij ervaart, zet hij de nodige vraagtekens. Het is voor hem een grote zorg hoe tot uitvoering gekomen gaat worden. De voorzitter, interrumperend, zegt dat de heer Schrienemachers een vraagteken heeft gezet bij de deskundigheid zoals die tot op heden is ingebracht. Hij heeft twijfels aan het adviserende bureau. Indien hij de heer Braat goed heeft begrepen heeft hij behoefte aan meer deskun digheid, gezien de bijzonder moeilijke materie, waarover de conmissie moet adviseren. Bedoelt hij nu te zeggen, dat de verkeersdeskundige bij iedere vergadering van de commissie aanwezig moet zijn of pleit ook hij voor een andere deskundige? Raadslid Braat zegt dat het verkeersdeskundig bureau een aantal zaken vanuit die deskundigheid aandraagt, dat besproken moet worden met commissieleden, die uiteraard niet voor de volle 100% deskundig zijn. Hij zou zich kunnen voorstellen, dat er toch een stuk deskundigheid bijgehaald wordt, waardoor de uitwerking van de plannen toch tot een beter resultaat zou kunnen leiden. Het zou zeer te betreuren zijn als deze uitermate belangrijke materie afgesloten zou moeten worden met de verzuchting: hadden we er maar met meer deskundigheid naar gekeken. De voorzitter vraagt of er dan een ander bureau ingehuurd moet worden om de plannen te becommentariëren of moet de commissie uitgebreid worden met deskundigen. Het is overigens juist de kracht van het raadslid, dat hij niet op alle terreinen deskundig is. Raadslid Braat is het hiermee niet eens. Hij blijft van mening dat de conmissie uitgebreid moet worden met terzake deskundige leden. De voorzitter constateert dat raadslid Braat hiermee kennelijk leken- deskundigen bedoelt. Raadslid Braat bevestigt dit.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 143