-74-
Hierna verkrijgt raadslid Biersma-Brounts het woord. Haar aanwezig
heid in de raad, zo zegt zij, is kennelijk niet onopgemerkt voorbij
gegaan. Zij is daar blij mee. De fractie van de Dorpsgemeenschap
heeft moeite met het fractieverslag in "Allerlei"Vorig jaar heeft
zij ook al gezegd dat haar fractie het belangrijk vindt zich te
verantwoorden ten opzichte van de kiezers. Als de Dorpsgemeenschap
dit ook belangrijk vindt, zou zij hetzelfde kunnen doen. Wellicht
heeft een en ander te maken met een andere stijl van politiek
bedrijven. Haar fractie zoekt eerder naar de publiciteit dan naar
informele kanalen. Niet alleen in de verkiezingstijd wenst zij gebruik
te maken van "Allerlei".
Waarcm is een vraag naar de nevenfuncties van de leden van het college
onbehoorlijk? Daar liggen geen onbehoorlijke motieven achter. Zij is
er verbaasd over dat raadslid Van Beek zulks schijnt te denken. Hij
zelf immers is pas afgetreden als wethouder omdat hij die functie
niet langer kon combineren met zijn werk. Precies dat bedoelt zij
is er voldoende tijd beschikbaar om goed te kunnen functioneren als
wethouder en als burgemeester. Zij is blij met het zakelijk antwoord
van de burgemeester op deze vraag. De uitdaging van B W om de leden
van de raad hun nevenfuncties bekend te laten maken, wil zij best
aanvaarden: zij wordt 30 uur betaald als maatschappelijk werkster,
zij zorgt voor 4 kinderen en naast het raadslidmaatschap heeft zij
geen andere functies. Raadslid Braat heeft gezegd dat zij op 28
februari grove beschuldigingen geuit zou hebben. Zij neemt aan dat
hij doelt op de vragen, die zij gesteld heeft over het verlenen van
een bouwvergunning. Haar motieven tot die vraagstelling, zij heeft
die toen ook al verwoord, waren dat zij er van uitgaat dat een
raadslid kritische vragen stelt. Het is gemakkelijker om altijd "ja"
te knikken, maar daar voelt zij niet voor. Met de gevolgde procedure
was zij niet zo gelukkig, gezien de discussies in de raad inzake het
kernrandgebied en het bestemmingsplan "Hoeveneind"Bovendien is zij
van mening dat zeker een lid van het college zeer voorzichtig moet
zijn met het toepassen van de anticipatieprocedure: het beruchte
artikel 19. In het dorp werd volop over deze zaak gesproken en dat was
ook wel te verwachten. Daarom heeft zij haar vragen gesteld.
De voorzitter, interrumperend, vraagt of raadslid Biersma-Brounts
vindt, dat het college behoorlijk gehandeld heeft.