-80-
Raadslid Schreinemachers herinnert aan de affaire Lekkerkerk en
vestigt de aandacht op de discussies inzake de stadsverwarming. Hij
kan nog wel meer voorbeelden in dit kader aanhalen. Een generalisme
kan erg gevaarlijk zijn. Raadsleden hebben de zeer wettige vraag
gesteld om hun commissie meer gewicht te geven.
Raadslid Van Beek zegt de problematiek al een aantal jaren gevolgd
te hebben, en de voorlichting van de verkeersdeskundige te hebben
ervaren. Hij twijfelt geenszins aan de ingehuurde deskundigheid. Indien
de vraag van de commissieleden luidt: kan de verkeersdeskundige steeds
aanwezig zijn bij onze commissievergaderingen, waarin de verkeerspro
blematiek aan de orde komt, dan kan hij op een positieve beantwoording
van die vraag niets tegen hebben.
Raadslid Braat zegt, dat in dit geval de vergelijking met generalisme
niet opgaat.
Door diverse fracties wordt vanuit hun bezorgdheid gevraagd om tot een
verzwaring van de commissie Planologische Maatregelen te kernen. Zulks
zal niet tot vertraging mogen leiden. Een en ander wordt thans nodeloos
ingewikkeld gemaakt. De verkeersdeskundige is, zoals de voorzitter heeft
gezegd, de spil, waar alles om draait. Deze deskundige verwacht van de
commissieleden, indien dat nodig is, kritische vragen. Kritische vragen
kunnen naar de mening van spreker echter het beste gesteld worden door
hen, die terzake deskundig zijn. In deze materie is alleen het gezonde
verstand van het raadslid niet voldoende. Hij blijft met zijn collega
raadsleden dan ook pleiten voor een verzwaring van de commissie op
korte termijn. Van vertraging behoeft geen sprake te zijn.
De voorzitter is van mening, dat in een dergelijk moeilijk probleem
niet naar technocratische oplossingen gezocht moet worden. Het is mede
de functie van een raad om de technocratie in te dammen. Men kan, zo
heeft de heer Joosen wel eens gezegd, geen danme vragen stellen. Wel
kan men een dom antwoord krijgen. In dit soort zaken gaat deze regel
zo goed op. Juist door vragen te stellen aan de deskundige kan men deze
met beide voeten op de grond houden. Het zou niet goed zijn om ter
oplossing van problemen die men tegenkomt, de weg van de technocratie
op te gaan. Dat is het motief, waarom het college voorshands zegt:
wees voorzichtig met het aantrekken van meer deskundigen.
Raadslid Braat zegt, dat er door de leden van de commissie toch wel
domme vragen gesteld zullen blijven worden.