-81-
Raadslid Schreinemachers zegt dat hierin het gevaar schuilt, dat hij
niet kan beoordelen of op een vraag al dan niet een dom antwoord
gegeven wordt.
De voorzitter blijft van mening dat men voorzichtig moet zijn met het
zoeken van oplossingen bij de technocratie. De argumenten die naar
voren gebracht zijn om de commissie uit te breiden zijn deze: de
materie is zeer ingewikkeld, dus moet er meer deskundigheid bij betrok
ken worden. Spreker is van mening dat het de neiging van deskundigen is
cm iets, wat al ingewikkeld is, nog ingewikkelder te maken. Er moet
voor gewaakt worden dat men niet de speelbal wordt tussen deskundige A
en deskundige B. De mening van het college blijft: pas op dat men niet
in de technocratie terecht komt.
In de tweede termijn zegt raadslid Joosen dat hij niet kan begrijpen
dat het college niet bereid gevonden wordt om de deskundigheid, die er
in de gemeente aanwezig is, bij deze aangelegenheid in te schakelen.
Raadslid Schreinemachers zegt dat het betoog van de voorzitter hem
niet van standpunt heeft doen veranderen. Er wordt wat overdreven
gewaarschuwd voor de technocratie. Er is een technocraat in de arm
genomen. Hij wil thans niet meer dan zichzelf iets beter wapenen om de
adviezen van de technocraat beter te kunnen aanvoelen, beoordelen,
wegen en aan te nemen.
De voorzitter zegt bij wijze van voorbeeld, dat de deskundige van
mening is, dat de Herikaard aangesloten moet worden op de Oosterhout-
seweg. De raad heeft er geen enkel probleem van gemaakt om hier "neen"
tegen te zeggen. Hoe zit het dan met de waardering voor de deskundig
heid?
Raadslid Braat zegt dat de raad zijn argumenten duidelijk op tafel
gelegd heeft. De argumenten van het college zijn thans ook bekend.
Spreker vindt die niet sterk. Hij vindt het buitengewoon jammer, dat
het college de suggestie niet wenst te volgen.
De voorzitter sluit de discussie af en zegt, dat het college zich
alsnog zal beraden. De raad mag hierin geen toezegging zien.
Hierna wordt de begroting 1981 van de Algemene Dienst zonder hoofde
lijke stemming vastgesteld.
16. Rondvraag
Raadslid Van Geffen vraagt, overigens niet namens zijn fractie, of het
mogelijk is om het aannemersbedrijf, dat de renovatie heeft uitgevoerd,
in de kcmende jaren bij gemeentelijke projecten in te schakelen en zo ja,
of het college daartoe bereid is.