- 6 - d. onroerende goederen, welke in hoofdzaak worden gebruikt voor de publieke dienst van de gemeente;' e. straatmeubilairwaaronder .worden 'verstaan alle zodanige gebouwde eigendommen -- niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken, palen; f. de tot begraafplaatsen en urnentuinen behorende gebouwde eigendommen en crematoria met hun gebouwde en ongebouwde aanhorigheden; g. de tot openbare land-en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail behorende kunstwerken, zoals viaducten, aquaducten, bruggen, tunnels en sluizen; h. waterverdedigings-en waterbeheersingswerken, zoals bemalingsinstallaties waterkeringen en andere kust- en oeververdedigingswerken; i. rioleringswerken en rioolwaterzuiveringsins fallaties met hun gebouwde en ongebouwde aanhorigheden, die in eigendom of beheer zijn bij een publiekrechtelijk lichaam; j. ongebouwde eigendommen, niet zijnde aanhorigheden van gebouwde eigen dommen; 2. De vrijstelling ten aanzien van de in letter a van het eerste lid bedoelde gebouwde eigendommen met hun aanhorigheden en van gedeelten van zodanige eigendommen, voor zover die eigendommen dienen als woningalsmede ten aanzien van de in letter b van dat lid bedoelde eigendommen, geldt niet voor de belasting als bedoeld in letter a van artikel 1, eerste lid. Evenmin geldt de vrijstelling ten aanzien van de in letter d van het eerste lid bedoelde onroerende goederen voor de belasting als bedoeld in letter b van artikel 1, eerste lid, voor zover die goederen geen eigendom zijn van de gemeente. Wijze van belastingheffing: Artikel 8. De belastingen worden geheven bij wege van aanslag. Tena cams te 11 ing /artikel 9. Indien met betrekicing tot eenzelfde onroerend goed meer dan één genot

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 76