-22-
functioneert. Hij vindt de activiteiten, die er nu zijn voor deze categorie
zo waardevol dat hij deze in de toekomst gecontinueerd wil zien.
Door het aantrekken van deze kracht zal de druk op het bestuur voor een
gedeelte overgenomen kunnen worden.
Het Ministerie van C.R.M. betaalt 80% van de personeelskosten. Is dit
voor een reeks van jaren het geval?
Raadslid Braat zegt dat hij bij de behandeling van de begroting 1981 zijn
opvatting over het professionaliseren van het welzijnswerk in Teteringen
nader zal belichten. In dat kader heeft hij dit voorstel critisch benaderd.
Het zal duidelijk zijn dat de bejaarden een groep vormen die zijn fractie
gaarne ondersteunt. Het is een groep die toch al dikwijls in de hoek zit
waar de klappen vallen en die niet onmiddellijk het spandoek oppakt.
Het aanstellen van een welzijnswerker ten behoeve van de Stichting
Gecoördineerd Bejaardenwerk is z.i. een gevolg van het aangaan van een
samenwerking van de plaatselijke raden voor het open bejaardenwerk van de
gemeenten Prinsenbeek, Nieuw-Ginneken, Baarle-Nassau, Chaam en Teteringen.
Hierover is reeds in het begin van het jaar uitvoerig in deze raad gesproken.
Gegeven het feit dat het Rijk 80% van de personeelskosten vergoedt en
nogmaals het extra belang van de bejaardenzorg onderstrepend, zal hij dit
voorstel gaarne steunen.
Raadslid Biersma-Brounts zegt dit voorstel eveneens gaarne te willen
steunen en wel omdat het erg belangrijk is voor het bejaardenwerk en verder
omdat er een stukje werkgelegenheid geschapen is, waar zij ook graag aan
meedoet.
Wethouder Vossenaar-Blokdijk spreekt haar dank uit voor de positieve
benadering die zij van verschillende zijden mocht beluisteren.
Inderdaad is de mogelijkheid tot het aanstellen van zo'n functionaris het
gevolg van samenwerking in groter verband.
De zorg naar de toekomst toe is ook de reden geweest waarom het college dit
voorstel heeft gedaan.
De toezegging van het subsidie geldt voor een reeks van jaren en is geen
zaak van dit mement alleen.
Raadslid Joosen zegt in tweede termijn dat hij over dit voorstel graag
iets had willen zeggen, doch zoals hij al aan het begin van de vergadering
meldde, heeft hij zich niet genoeg kunnen voorbereiden.
De voorzitter verzoekt wethouder Vossenaar-Blokdijk de vraqen die raadslid
Joosen geformuleerd heeft, voor te lezen en te trachten hierop zo mogelijk
antwoord te geven.